Mertens et al deden experimenteel onderzoek naar de impact van competentie-ondersteuning op de motivatie en performance van sporters (basketbalteams).

In het experiment werd 1 specifiek aspect van competentie-ondersteuning onderzocht, namelijk positieve competentie-ondersteuning.

Positieve feedback

De positieve feedback werd volgens een strak protocol gegeven door de coach en de leidende speler op het veld van bestaande basketbal teams in België. De coach en de leidende speler waren door de begeleider van het experiment geïnstrueerd hoe vaak ze positieve feedback moesten geven en hoe ze die moesten geven.

De positieve feedback als een speler scoorde was bijvoorbeeld: mooi schot! En de positieve feedback als een speler miste was bijvoorbeeld: Volgende keer gaat het je lukken! Competentie-ondersteunende feedback aan het hele team klonk bijvoorbeeld zo: Hou vol, we worden zeker het snelste team als we zo doorgaan!

Drie condities

Er waren drie condities: in conditie 1 gaf de coach de competentie-ondersteunende feedback, in conditie 2 gaf de leidende speler in het veld de competentie-ondersteunende feedback en in conditie 3 werd geen competentie-ondersteunende feedback gegeven.

Hypotheses

De onderzoekers hadden de hypothese dat, vergeleken met de controle conditie, competentie-ondersteuning door zowel de coach als de leidende speler de competentie-satisfactie, de intrinsieke motivatie en de subjectieve en objectieve performance van de spelers zou verhogen. De onderzoekers hadden niet a priori een idee of er daarbij een verschil zou zitten tussen positieve feedback van de coach of die van de leidende speler.
Naast deze hypothese verwachtten de onderzoekers dat er zowel een effect te zien zou zijn dat via de motivatie van de speler verliep, als een direct effect op objectieve performance. Het motivationele pad houdt in dat de positieve feedback een positief effect heeft op de intrinsieke motivatie, omdat de speler zich competent voelt. Men verwachtte ook dat dit ertoe zou leiden dat de speler een positieve perceptie kreeg van zijn subjectieve performance (ik ben goed bezig!). Het directe pad betekent dat de onderzoekers verwachtten dat de positieve feedback een direct effect zou hebben op de objectieve performance.

Resultaat: betere performance

Teams die competentie-ondersteunende feedback kregen van de leidende speler of de coach presteerden beter dan teams in de controle groep, zowel subjectief (de perceptie van de spelers zelf ten aanzien van hoe goed ze presteerden) als objectief (scorende lay ups en free throws). De spelers waren sneller en accurater wanneer ze competentie-ondersteunende feedback kregen van de coach. De spelers waren sneller wanneer ze competentie-ondersteunende feedback kregen van de leidende speler (maar niet zozeer accurater). De coach heeft dus een grotere impact op de objectieve performance van het team dan de leidende speler. De positieve feedback van de leidende speler heeft een meer algemeen motiverende werking die terug te zien is in de snelheid van de spelers. Om daadwerkelijk te scoren heeft een speler techniek nodig en de coach kan die beter geven dan de leidende speler.

Resultaat: hogere kwaliteit van motivatie

Het bleek daarnaast dat de positieve feedback van de leidende speler een positief effect had op de competentie satisfactie en intrinsieke motivatie van de spelers. De positieve feedback van de coach had niet zozeer een positief effect op de competentie satisfactie en intrinsieke motivatie van de spelers.

Benutten van de leidende speler

Positieve competentie-ondersteunende feedback heeft een positief effect op individuele spelers en teams van sporters, zowel qua motivatie als qua performance. De leidende speler in een basketbal team kan, naast de coach, een specifieke positieve rol spelen door competentie-ondersteunende feedback te geven in het veld.

]