Gisteren had ik een energie gevende trainingsdag met teamcoaches en docenten, die de training progressiegericht coachen volgen. We oefenden met een uitgeschreven dialoog. In die dialoog was een teamcoach in gesprek met een leidinggevende, die een opdracht wilde geven voor team coaching van een van haar teams. Een intakegesprek. Vervolgens ging de teamcoach in gesprek met de teamleden. De dialoog was echter niet in zijn geheel opgeschreven, want alles wat de teamcoach zei was weggehaald.

Wat zegt de progressiegerichte teamcoach?

De deelnemers brainstormden samen over welke interventies de teamcoach op welk moment zou kunnen doen. Na die brainstorm, kregen de deelnemers de volledige dialoog, zodat ze konden vergelijken wat ze hadden bedacht met het uitgewerkte voorbeeld. In dat voorbeeld stond niet alleen wat de coach zei, maar ook waarom de coach die interventie daar benutte en welke overtuigingen er aan die interventie ten grondslag liggen.

Deliberate practice met uitgeschreven dialogen

Deze werkvorm is een variant van deliberate practice: een specifiek doel, oefenen op de grens van wat je kunt en wat je nog niet kunt en met directe expertfeedback. Een van de deelnemers in de groep verwoordde haar progressie op de volgende manier: mijn doel is om vragen uit het juiste blokje te stellen, en dat lukte al behoorlijk goed in deze oefening.
Vragen uit het juiste blokje. Wat bedoelt ze daarmee? Hier vind je een voorbeeld:

Vragen uit het juiste blokje

Stel dat je coach bent en je gesprekspartner zegt: ‘Wat ik graag wil bereiken is dat mijn collega en ik niet steeds in concurrentie met elkaar zitten’. En stel dat de coach dan vraagt: ’Wat zou jij daaraan kunnen doen?’ Put de coach dan uit het juiste blokje met vragen?
Het antwoord is ‘nee’.

Stap 3

De cliënt is begonnen met het schetsen van zijn gewenste toekomst (stap 3 in de zeven stappen aanpak) en de coach stelt een vraag die komt uit blokje 6 (volgende stap vooruit). Het is voor cliënten vaak niet zo eenvoudig om vanuit een negatieve doelformulering (iets waar de persoon van af wil) ideeën te genereren over een positieve stap vooruit. De cliënt voelt zich eerder onder druk staan om iets te bedenken dan dat hij de stap voor zich ziet en er helemaal achter staat om het te gaan doen.

Van gewenste situatie naar stap vooruit?

In plaats van vragen die horen bij stap 6, kan de coach beter doorvragen in stap 3. Het doel van die doorvragen is om de gewenste toekomst in positieve gedragstermen te laten beschrijven. Welke vraag zou de coach beter hebben kunnen stellen, denk je?

Competentie-ondersteunend

Jezelf het doel stellen om vragen te stellen die bij het juiste blokje horen is een goede manier om de progressiegerichte coachingsaanpak goed te leren toepassen. Het doel van deze deelnemer sprak me dan ook aan. Haar progressiedoel was precies geformuleerd op de grens van wat ze al kon en wat ze nog moeilijk vond. Ze had haar eigen deliberate practice vormgegeven. En ze merkte dat het al aardig lukte, wat een perceptie van competentie geeft. Zo is deliberate practice naast moeilijk, ook competentie-ondersteunend.

Zijn dit de juiste vragen?

Als je het interessant vindt, kun je jezelf trainen met deze voorbeelden. In welke stap zit de cliënt en in welke stap zit de coach?

De cliënt zegt: ‘Ik zou in dit gesprek graag willen praten over hoe ik kan leidinggeven aan dit lastige team dat ik heb’. De coach vraagt: ‘Is het je al eens gelukt om goed leiding te geven aan een lastig team?’

De cliënt zegt: ‘Op een schaal van 0 tot 10 sta ik nu op een 6. Ik weet namelijk al wel hoe ik de teamleden kan ondersteunen met wat ze moeilijk vinden en heb ook een goede werkrelatie met ze’.

De coach vraagt: ‘Wat kun je doen om op een 7 te komen?’

]