Search results for: wat is Progressiegericht werken

Competentieverwachting of competentiefantasie

competence motivationVerwachten of fantaseren, wat denk je dat beter werkt om je gewenste progressie daadwerkelijk te bereiken? In het Handbook of Competence and Motivation beschrijven Gabrielle Oettingen en Meike Hagenah het onderscheid tussen competentieverwachting en competentiefantasie en de effecten ervan.
Competentieverwachting is de verwachting dat je een bepaald competentieniveau zult gaan bereiken. Die verwachting is bijvoorbeeld gebaseerd op je positieve ervaringen met het verwerven van een bepaald niveau van competentie in het verleden. Daarbij is het tevens belangrijk om te weten hoe je dat competentieniveau destijds hebt bereikt. Door hierop te reflecteren krijg je de optimistische verwachting dat je ook in de toekomst je gewenste competentieniveau kan bereiken. Deze verwachting dat je een hoger competentieniveau kunt bereiken blijkt te leiden tot inspanning om daadwerkelijk dit hogere niveau te bereiken. De positieve verwachting die is gegrond in kennis van je eigen acties en effectief leergedrag, leidt tot actie, positief gedrag en progressie.
Klik hier om meer te lezen

Iets over de neuropsychologie van ons geheugen

neuropsychologyHet menselijk geheugen bestaat uit een korte termijn geheugen en een lange termijn geheugen. Het korte termijn geheugen is het geheugen dat we gebruiken om sensorische informatie, bewegingsinformatie of cognitieve informatie vast te houden voor korte tijd. Zoals lijstjes met telefoonnummers of namen. De temporaal kwab en de frontaal kwab zijn betrokken bij het korte termijn geheugen. Het lange termijn geheugen bestaat uit drie systemen. Het eerste is het expliciete lange termijn geheugen. Het tweede is het impliciete lange termijn geheugen en het derde is het emotionele geheugen (bewust en onbewust).
Expliciet of bewust lange termijn geheugen is conceptueel gedreven en volgt een top-down proces in ons zenuwstelsel. Het expliciete lange termijn geheugen kan episodisch zijn (persoonlijk en autobiografisch) of semantisch (kennis en feiten). Hoe wij de informatie kunnen ophalen uit ons geheugen hangt helemaal af van hoe we de informatie initieel hebben opgenomen. De hippocampus speelt een belangrijke rol in ons expliciete geheugen. De hippocampus verbindt meerdere hersendelen met elkaar via twee paden, 1 pad perforeert de hippocampus en verbindt de hippocampus met de posterior neocortex. Het andere pad heet de fimbia fornix en verbindt de hippocampus met de thalamus, de frontale cortex, de basal ganglia en de hypothalamus. Schade aan de hippocampus hangt samen met geheugenverlies.
Klik hier om meer te lezen

Progressie boeken op organisatieniveau via een test-and-learn aanpak

Organisaties waarin de progressiegerichte aanpak succesvol en door de hele organisatie heen wordt benut hebben een progressiegerichte test-and-learn benadering gekozen, in plaats van een defectgerichte plan-and-implement benadering. Wat is het verschil tussen die twee benaderingen?

Klik hier om meer te lezen

Kritiek op de positieve psychologie

0vP9oPhp_400x400Seph Fontana beschrijft de twintig kritiekpunten die tijdens het laatste positieve psychologie congres werden bediscussieerd. Hij zegt dat er valide en absurde kritiekpunten tussen staan. Hier zijn een paar van de (in mijn ogen) belangrijkste kritiekpunten op de positieve psychologie, in mijn woorden samengevat en aangevuld:Klik hier om meer te lezen

Natuurkunde en wiskunde, vrouwen en mannen

spelkeVoor de liefhebber van het onderwerp “wetenschap en gender” zijn deze presentaties van Steven Pinker en Elizabeth Spelke boeiend. Beiden hebben een genuanceerde mening en beiden onderbouwen ze hun mening met onderzoeken en interpretaties van onderzoeken. Ultrakort samengevat stelt Spelke dat we op dit moment geen enkel bewijs hebben dat de reden waarom er veel minder vrouwen dan mannen de top bereiken in de natuurkundige en wiskundige wetenschappen zou zijn dat er onveranderbare aangeboren verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Pinker stelt dat de reden waarom er veel minder vrouwen dan mannen de top bereiken in natuurkundige en wiskundige wetenschappen onder andere terug te voeren is op onveranderbare en aangeboren verschillen tussen de geslachten.
Aan de ene kant anderhalf uur lang genieten van scherpe redeneringen van twee uitermate onderlegde wetenschappers. Een voorbeeld? Een hoofdgedachte van Pinker is dat stereotypen wellicht serieus genomen moeten worden, omdat ze niet uit het niets komen. Dus er bereiken minder vrouwen dan mannen de top in natuur- en wiskundige wetenschap omdat er aangeboren verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Hij onderbouwt deze stelling met onderzoeken. Spelke stelt daar tegenover dat ouders hun baby’s anders behandelen en anders beschrijven afhankelijk van het geslacht, en dat dit effect optreedt ongeacht het daadwerkelijke geslacht. Bijvoorbeeld: als je denkt dat een baby een jongen is die opeens geconfronteerd wordt het een hard geluid dan beschrijf je zijn reactie als “boos”, maar denk je dat diezelfde baby een meisje is dan beschrijf je haar reactie als “bang”. Op boosheid reageren we anders dan op angst, waardoor we van jongst af aan het brein van ons nageslacht vormen naar onze stereotype beelden, terwijl we denken dat we jongens en meisjes precies hetzelfde behandelen. Zij onderbouwt dit ook met onderzoeken. Interessant dus, hoewel ik de onderzoeken en argumenten van Spelke overtuigender vind en meer vind getuigen van een groeimindset. Ook wat Spelke en Pinker zeggen over de SAT scores en wat de SAT meet is een boeiend stukje.
Aan de andere kant blijf ik over met een gevoel van teleurstelling dat deze debatten nog steeds gevoerd worden en dat de wetenschap zich nog steeds met de verklaringen van aangeboren en onveranderbare verschillen tussen mannen en vrouwen wil bezig houden. Pinker haast zich te zeggen dat hij feminist is en dat aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen niet moeten betekenen dat mannen en vrouwen anders behandeld zouden moeten worden. Desalniettemin lijkt hij vanuit een statisch mindset perspectief te redeneren. Hij stelt ook dat discriminatie op basis van geslacht ongewenst is. Daarover zijn Spelke en hij het eens.
Mijn vraag: waarom deze zoektocht naar bewijs voor aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen? Is dat idee gebaseerd op de assumptie dat we eerst de oorzaak moeten kennen van waarom de realiteit is zoals die nu is, voor we kunnen gaan beginnen met het creëren van een gewenste toekomst?
Jordan belicht vanuit een andere invalshoek de (on)zin van het onderzoeken van verschillen tussen mannen en vrouwen. Zij pleit ervoor het onbruikbare “wetenschappelijke” pad van aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen los te laten. Dit pad leidt ons af van wat leren begrijpen hoe het menselijk lichaam, het menselijke brein en menselijk gedrag zich ontwikkelt (in plaats van hoe mannen versus vrouwen zich ontwikkelen), stelt ze.
https://www.youtube.com/watch?v=WHhnqh6u3Vo

Neurale systemen van zelfbewuste emoties en hun onderliggende beoordelingsprocessen

Zelfbewuste emoties zijn schaamte, schuldgevoel, verlegenheid en trots. Hier heb ik al eens iets geschreven over schuld en schaamte. Om deze zelfbewuste emoties te ervaren moet de persoon zich bewust zijn van zichzelf (zelfperceptie), bewust zijn van wat er in anderen omgaat en dat anderen oordelen hebben over het zelf (persoon gevolgtrekking) en bewust zijn dat er sociale normen zijn die bepalen of de acties van het zelf “goed” of “fout” zijn. Met welke hersenactiviteit zijn de zelfbewuste emoties geassocieerd?
Klik hier om meer te lezen

Alva Noë: bewustzijn zit niet in ons brein

alva noeMomenteel lees ik het boek van Alva Noë getiteld “Out of our heads”. Het is een boek dat poogt bestaande assumpties over het bewustzijn omver te werpen. Wat zegt Alva Noë?
Hij stelt dat de empirische wetenschap naar ons bewustzijn er klakkeloos vanuit gaat dat het probleem dat de wetenschap moet oplossen is om te gaan begrijpen hoe bewustzijn ontstaat in het brein. Dat bewustzijn ontstaat in het brein wordt niet ter discussie gesteld. Alva Noë vermoedt dat de reden dat we in alle jaren dat onderzoek is gedaan naar ons bewustzijn niet verder zijn gekomen met het antwoord op de vraag hoe ons bewustzijn ontstaat komt door deze onbekritiseerde assumptie dat ons bewustzijn ontstaat en te vinden is in ons brein.
Klik hier om meer te lezen

De ontwikkeling van ons brein

humanHoe ontwikkelt het menselijk brein? Samengevat zijn dit de 5 breinontwikkelingsstappen:Klik hier om meer te lezen

Begrijpen of beoordelen

Als je mensen vraagt wat ze ergens van vinden gaan ze antwoord geven in termen van hun mening en hun oordeel. Als mensen in een beoordelende modus komen, gebeuren er vaak een paar dingen. Ten eerste moeten ze kiezen of ze een positief of een negatief oordeel hebben. Mensen zijn gevoeliger voor negatieve dingen dan voor positieve dingen, Klik hier om meer te lezen

Vijf niveaus waarop neuroplasticiteit bestudeerd kan worden

humanNeuroplasticiteit kan op verschillende niveaus worden bestudeerd, namelijk op het niveau van observeerbare gedragsmatige veranderingen, corticale kaarten, synaptische organisatie, fysiologische organisatie, moleculaire structuur en mitosis. Een korte introductie in elk van die manieren (Fundamentals of human neurospychology, Kolb).
Observeerbare gedragsmatige veranderingen
Het leren en onthouden van nieuwe informatie gaat samen met een verandering in de cellen van het zenuwstelsel. Een voorbeeld? Mensen die een speciale bril dragen waarmee de wereld letterlijk op zijn kop wordt gezet, zijn een paar dagen helemaal van slag in hun gedrag. Ze kunnen de normale alledaagse handelingen, zoals tandenpoetsen, niet meer goed uitvoeren. Maar, binnen enkele dagen kunnen ze weer normaal functioneren en leren ze de wereld zo te zien dat ze weer complexe taken kunnen verrichten (zoals skiën). Deze gedragsveranderingen blijken gepaard te gaan met veranderingen in bepaalde regio’s van het brein. In het geval van de bril die de wereld op zijn kop zet gaat het om veranderingen in onder andere de premotor cortex, de posterior parietal cortex en de visuele cortex. Het lijkt erop dat de mogelijkheid voor deze aanpassingen in de verbindingen al aanwezig zijn in het brein. Als dat inderdaad zo is, gaat het er om de efficiency van deze verbindingen te versterken en zodat deze nieuwe verbindingen sterker worden dan de oude verbindingen waar het brein al efficiënt in is geworden. Breinplasticiteit kan dus worden bestudeerd op het niveau van observeerbare gedragsveranderingen. Klik hier om meer te lezen