Search results for: Betekenisvol werk

3 december vragen

Alweer een jaar geleden dat ik deze drie decembervragen postte. Ik stelde die vragen aan een aantal mensen in mijn omgeving vorig jaar en dat leverde interessante en leuke gesprekken op, die me inzicht gaven in wat de belangrijke anderen om me heen betekenisvol vonden en wat ik zelf betekenisvol vond. Het zijn drie eenvoudige vragen, die tijdens etentjes leuke gespreksstof opleverden:
Voor veel mensen zijn de komende weken een periode van gezelligheid en uitrusten. Vaak kijken mensen terug op het afgelopen jaar en kijken ze vooruit naar het komende jaar. Uit onderzoek blijkt dat reflectie helpt om diepgaander te leren, complexere cognitieve vaardigheden te verwerven en bewuster te zijn van wat je aan het leren bent. In organisaties zijn vaak stagiaires en die worden vanuit hun opleiding geactiveerd om te reflecteren op wat ze leren. Een leidinggevende zei laatst dat hij het stimulerend vond om te merken hoe de stagiaire bezig was met actieve reflectie op wat zij leerde en dat dit hem op het idee bracht om ook bewuster om te gaan met leren. Hier volgen drie progressiegerichte reflectievragen.
Vraag 1. wat heeft me het afgelopen jaar voldoening gegeven?
Vraag 2. waar ben ik nieuwsgierig naar het komende jaar?
Vraag 3. Wat doet me vermoeden dat 2014 een goed jaar zal worden?

Automatiseren van progressiegerichte vaardigheden

Als mensen een nieuwe vaardigheid leren, zoals progressiegericht communiceren, uitten ze vaak de behoefte om de interventies automatisch paraat te krijgen. Ze gebruiken dan woorden als “natuurlijk toepassen”, “van mezelf maken”, “automatisch toepassen”. Het heeft grote voordelen als je kennis en vaardigheden geautomatiseerd hebt. Je hoeft niet na te denken, het antwoord is er direct en zonder inspanning. Net zoals een volwassene niet hoeft na te denken over de vraag ” hoeveel is 2 plus 2″ omdat het antwoord paraat is voordat er bewust is nagedacht.
Mensen vinden het vaak heel prettig om te merken dat antwoorden gemakkelijk in ze opkomen, zonder dat ze moeite hoeven te doen. Als ze merken dat ze zeker zijn dat ze het correcte antwoord weten en snel ter beschikking hebben.
Hoe kunnen docenten en trainers zo met studenten werken dat die op het geautomatiseerde niveau komen? Het blijkt dat daar relatief weinig onderzoek naar is gedaan. Repeteren, het herhalen van de stof werkt goed. In het boek Visible learning and the science of how we learn wordt het voorbeeld aangehaald van het vloeiend leren lezen. Het blijkt dat als mensen hardop voorlezen, aan iemand anders, dat ze dan steeds meer woorden automatisch tot hun beschikking krijgen. Met de juiste betekenistoekenning en intonatie. Door hardop voor te lezen aan iemand anders worden de woorden steeds betekenisvoller en worden ze ingeslepen.
Als ik dat lees dan vermoed ik dat dit soort oefeningen kunnen werken:
1. Schrijf een progressiegerichte dialoog en lees die voor aan een ander
2. Neem een progressiegerichte dialoog uit een boek en lees die voor aan een ander.
3. Lees een reeks met progressiegerichte vragen hardop voor met een uitnodigende, vriendelijke en onderzoekende intonatie.

Het Progressieprincipe

Het Progressieprincipe is de titel van het boek van Teresa Amabile en Steven Kramer. Het boek is een verslag van het onderzoek naar positieve innerlijke werkbeleving. Hier is een samenvatting van een aantal onderzoeksresultaten van Teresa Amabile en Steven Kramer

Klik hier om meer te lezen

Persoonlijkheid is veranderbaar en hangt samen met welbevinden

Je bent nu eenmaal wie je bent en daaraan kun je weinig veranderen versus je persoonlijkheid is ontwikkelbaar en kan sterk veranderen
Het eerste statement kijkt naar persoonlijkheid als een statische entiteit en het tweede ziet persoonlijkheid als ontwikkelbaar. Boyce, Wood en Powdthavee deden onderzoek naar of persoonlijkheid veranderbaar is en of er een samenhang is tussen persoonlijkheid en welbevinden. De resultaten zijn interessant. Hier is een samenvatting van hun onderzoeksartikel:
Persoonlijkheid wordt gedefinieerd als het psychologische aspect van de persoon dat de persoon meeneemt van de ene situatie naar de andere situatie. Uit diverse onderzoeken blijkt dat persoonlijkheid de meeste consistente predictor is van welbevinden. Zo’n 35% van de variantie tussen personen in welbevinden wordt verklaard door de persoonlijkheid. Huwelijkse status, inkomen en arbeidsstatus hebben een veel kleinere impact op welbevinden.
Als persoonlijkheid onveranderbaar is, dan heeft het niet zoveel zin om interventies te richten op de persoonlijkheid om het welbevinden van mensen te versterken. Dan is het beter om de interventies te richten op andere aspecten die wel veranderbaar zijn, ook al hebben deze aspecten een veel kleiner effect op welbevinden.
De visie op hoe statisch of ontwikkelbaar persoonlijkheid is, is veranderd in de loop der jaren. Waar in de jaren 1980 persoonlijkheid, zeker na het dertigste levensjaar, werd gezien als onveranderbaar (“set in plaster”), werd het later meer gezien als relatief veranderbaar (“set in soft plaster”). Recent longitudinaal onderzoek liet zien dat persoonlijk wel veranderbaar is, maar het is nog niet duidelijk of die verandering in persoonlijkheid ook betekenisvol is.
Maakt het iets uit dat persoonlijkheid kan veranderen?
Dat hebben de genoemde onderzoekers nu onderzocht. Ze namen de Big Five, een veel gebruikt instrument in psychologisch onderzoek. Persoonlijkheid wordt in de Big Five beschreven op de volgende dimensies:

  1. Openness to experience: openheid voor ervaringen
  2. Conscientiousness: zorgvuldigheid versus laksheid
  3. Extroversion: extraversie versus introversie
  4. Agreeableness: goedaardig en warm versus kil en kwaadaardig
  5. Neuroticism: emotionele stabiliteit versus neurotisch

Het is duidelijk dat deze persoonlijkheidsdimensies sterk gerelateerd zijn aan welbevinden. Mensen die hoog scoren op neuroticisme scoren ook hoog op mentale en fysieke gezondheidsproblemen. Extraverte personen scoren ook hoog op veerkracht. De andere drie persoonlijkheidsdimensies zijn ook gecorreleerd aan welbevinden, maar iets minder sterk dan neuroticisme en extraversie.
In het onderzoek waren 8625 individuen betrokken, grofweg de helft was mannelijk en de helft was vrouwelijk en de leeftijden varieerden van 15 tot 93 met een gemiddelde leeftijd van 44,5.
De uitkomsten waren zo:

  1. In onderzoeken naar de effecten van economische factoren op welbevinden is persoonlijkheid altijd meegenomen als onveranderbare variabele. Daardoor hebben we geen zicht gekregen op of persoonlijkheid veranderbaar is en of/hoe dit samenhangt met welbevinden.
  2. Persoonlijkheid is het sterktst geassocieerd met van welbevinden. Maar hoe je je inkomensniveau en arbeidsstatus ervaart wordt ook beïnvloed door je persoonlijkheid, dus persoonlijkheid heeft naast een directe samenhang met welbevinden ook een indirecte samenhang via de variabelen inkomensniveau en arbeidsstatus.
  3. Persoonlijkheid verandert in de loop van 2 jaar significant. De  mate waarin persoonlijkheid verandert is vergelijkbaar met de mate waarin andere veranderingen in het leven van mensen plaatsvinden zoals veranderingen in inkomen, arbeidsstatus en huwelijkse staat
  4. Veranderingen in persoonlijkheid zijn tweemaal zo sterk geassocieerd met welbevinden dan veranderingen in inkomen, arbeidsstatus en huwelijkse staat.
  5. Individuele veranderingen in persoonlijkheid zijn betere voorspellers voor welbevinden dan economische omstandigheden zoals inkomen en arbeidsstatus. Eén standaarddeviatie verschil in openness to experience is geassocieerd met 62000 dollar inkomen meer (dus als je een beetje meer open wordt voor nieuwe ervaringen gaat dat net zo sterk samen met toename in welbevinden als wanneer je 62000 dollar meer zou verdienen)
  6. Welbevinden en persoonlijkheid zijn dus sterk aan elkaar geassocieerd. Hoe de verbanden precies verlopen is niet duidelijk op basis van dit onderzoek (geen causaal verband kan worden afgeleid uit de resultaten).

Dit onderzoek kan, volgens de onderzoekers, een grote verandering betekenen in waar maatschappijen hun interventies op richten. Als persoonlijkheid zo’n grote impact heeft op welbevinden lijkt het van belang aandacht te besteden aan wie we zijn en hoe we ons verhouden tot de wereld om ons heen. We kunnen onze interventies misschien focussen op hoe onze maatschappijen functioneren, of het neuroticisme stimuleert of juist openess-to experience en extraversion stimuleert. We zouden ons kunnen richten op het stimuleren van positieve omgevingen waarin mensen kunnen groeien en ontwikkelen. Dat zou wellicht meer impact hebben dan het richten van onze peilers op werkeloosheidsbestrijding en inkomenstoename.
Het uitgangspunt van dit onderzoek is dat welbevinden van mensen belangrijk is. Ik vraag me af hoe Furedi zou reageren op het pleidooi van de onderzoekers om meer aandacht te besteden aan emotioneel welbevinden door therapie voor meer mensen beschikbaar te maken….