Rethinking the negativity bias, is de titel van een artikel van J. Corns. De negativiteitsbias is een breed geaccepteerd psychologisch fenomeen en houdt kort gezegd in ‘bad is stronger than good’. Het negatieve zien en merken wij eerder dan het positieve en het heeft een sterker effect op ons. Baumeister et al (2001) beschreven deze bias en veel onderzoeken borduurden voort op hun definitie van de negativiteitsbias.

Twee claims

De negativiteitsbias zegt twee dingen. De eerste is dat slechte psychologische states sterker zijn dan positieve. De tweede zegt dat slechte input een sterker effect heeft op psychologische states dan positieve invloed.

Slechte hypothesevorming

In dit artikel van Corn wordt de negativiteitsbias ter discussie gesteld. De kern van dit artikel is dat de auteur beargumenteert dat:

  • de negativiteitsbias dusdanig onduidelijk is gedefinieerd dat het niet mogelijk is die te onderzoeken (slecht geformuleerde hypothese)
  • de resultaten die in diverse onderzoeken worden gevonden op verschillende andere manieren kunnen worden uitgelegd, en dat die alternatieve verklaringen het verdienen om onderzocht te worden.

Er staat eerst beschreven welke problemen er zijn met de hypothese van de negativiteitsbias. De termen ‘goed’ en  ‘slecht’ en ‘sterkte’, zijn niet adequaat gedefinieerd, niet consistent gehanteerd en onderzoeksresultaten worden niet eenduidig geïnterpreteerd.

All things considered

Corn stelt dat het zeker mogelijk is om ‘goed’ te onderscheiden van ‘slecht’, maar dat in de diverse onderzoeken er wordt volstaan met de stelling dat goed en slecht universeel en fundamenteel zijn en geen nadere operationalisatie nodig hebben. Echter, ervaringen zijn niet ‘goed’ of ‘slecht’, ze zijn vaak een mix van beide en er ontstaat een ‘all things considered’ ervaring die complexer is dan goed of slecht. Corn stelt dat de definitie van ‘goed’ en ‘slecht’ eenduidiger moet worden, wil het mogelijk worden de hypothese van de negativiteitsbias überhaupt te kunnen toetsen.

Sterkte

Corn gaat vervolgens in op de definitie van ‘sterkte’ (in de zin van de sterkte van het effect van positief en negatief). Sterkte is volgens dit artikel een problematisch construct in het onderzoek van Baumeister en vervolgens ook in de vervolgonderzoeken. Sterkte van het effect wordt op allerlei manieren gedefinieerd en dit is problematisch omdat het effect dat wordt gevonden telkens wordt geïnterpreteerd als onderbouwing van het negativiteitseffect. Bijvoorbeeld: In het ene onderzoek wordt gevonden dat negatieve informatie leidt tot een slechte bui en tot langzamere en uitgebreidere cognitieve verwerking van de informatie. Dit wordt gezien als bewijs voor een sterker effect van negatieve informatie dan van positieve informatie. In een ander onderzoek wordt gevonden dat negatieve informatie leidt tot snellere verwerking van de informatie en wordt dat gezien als bewijs voor het negativiteitseffect. Sterkte lijkt in de onderzoeken te zijn: alles wat we kunnen meten, zo stelt Corn. En elke toename in sterkte (welke kant dan ook op) wordt geïnterpreteerd als bewijs voor het negativiteitseffect.
De manier waarop de hypothese van de negativiteitsbias is geformuleerd maakt hem onfalsifieerbaar en ontoetsbaar, concludeert dit artikel.

Alternatieve verklaringen

Vervolgens exploreert Corn alternatieve verklaringen voor de gevonden onderzoeksresultaten. De resultaten die worden gevonden in de diverse onderzoeken en die worden gezien als bewijs voor het negativiteitseffect, zouden net zo goed verklaard kunnen worden door twee andere fenomenen: informational effects en unexpected interactions, zo stelt Corn.
Informational effects houdt in dat mensen meer aandacht besteden aan informatie die van belang is. Bijvoorbeeld: als je iemand ontmoet die een leugenaar blijkt te zijn en ook aardig is, is het belangrijker aandacht te besteden aan zijn onbetrouwbaarheid dan aan zijn aardigheid.
Unexpected interactions houdt in dat we meer aandacht besteden aan onverwachte gebeurtenissen dan aan gebeurtenissen die we verwachten. Omdat negatieve gebeurtenissen een lagere frequentie hebben dan positieve gebeurtenissen, vallen de nare dingen op omdat ze onverwachter zijn.

Alternatieve hypothesen

De auteur pleit ervoor om de stelling ‘slecht is sterker dan goed’ te verwerpen wegens onvoldoende bewijs. Zij suggereert om alternatieve hypothesen te onderzoeken, die beter zijn geoperationaliseerd. Want de negativiteitsbias klinkt intuïtief plausibel en als hij bestaat dan heeft hij grote impact op ons leven en heeft hij brede wetenschappelijke en filosofische impact. De negativiteitsbias wordt nu breed geaccepteerd als bestaande bias en moet beter worden onderbouwd en onderzocht, stelt Corn.
Alternatieve hypothesen voor de claim dat slechte psychologische states sterker zijn dan positieve, zijn deze:

  • States met een negatieve hedonische klank vergen meer aandacht dan states met een positieve hedonische klank
  • States met een negatieve hedonische klank vergen meer tijd om te verwerken dan states met een positieve hedonische klank
  • States met een negatieve hedonische klank faciliteren het leren effectiever dan states met een positieve hedonische klank

Alternatieve hypothesen voor de claim dat slechte input een sterker effect heeft op psychologische states dan positieve invloed, zijn de volgende:

  • Gebeurtenissen die een persoon negatief beoordeelt veroorzaken meer cognitieve verwerking dan gebeurtenissen die een persoon positief beoordeelt
  • Gebeurtenissen die een persoon negatief beoordeelt worden beter onthouden dan gebeurtenissen die een persoon positief beoordeelt
  • Gebeurtenissen die een persoon negatief beoordeelt worden door de persoon makkelijker geleerd dan dan gebeurtenissen die een persoon positief beoordeelt

En deze hypothesen zijn weer anders dan bijvoorbeeld: gebeurtenissen die schadelijk zijn voor een persoon veroorzaken meer cognitieve verwerking dan gebeurtenissen die positief zijn voor een persoon et cetera.
Maar, zo legt Corn uit, deze alternatieve hypothesen blijven moeilijk te onderzoeken en steeds geldt dat de informational effects en unexpected interactions net zo goed de onderliggende verklarende factoren kunnen blijken te zijn.
Rethinking the negativity bias is hier te vinden.

]