Hoe je je feedback afstemt op het niveau van de student. Als studenten iets nieuws leren willen ze graag feedback of ze op de goede weg zijn. Hoe stem je je feedback goed af op het niveau van de student, zodat die progressie boekt naar aanleiding van de feedback?

Toekomst

Het blijkt dat de feedback behoefte van studenten zich richt op informatie over hoe ze hun werk kunnen verbeteren zodat ze het de volgende keer beter doen. Studenten zijn gericht op de toekomst. Ze vinden kritiek aversief. Ze vinden kritiek pijnlijk, onnodig, te lang duren en te persoonlijk.

Negatieve persoonlijke evaluatie

Vaak denkt de docent dat de feedback die hij geeft behulpzame kritische feedback is, terwijl de student de feedback ervaart als een negatieve persoonlijke evaluatie. Studenten willen weten hoe ze verder kunnen komen, terwijl docenten denken ze hierbij te helpen door ze negatieve feedback te geven. De hoeveelheid negatieve feedback is ook al snel teveel. Dat komt omdat negatief zwaarder weegt dan positief.

Kennisinformatie

Feedback moet passen bij het niveau van de student. Nieuwelingen hebben het meest aan feedback die ze kennisinformatie geeft. Ze zijn immers nog bezig hun basiskennis op te bouwen. Ze willen informatie over wat goed is en wat gecorrigeerd moet worden. Ze hebben veel aan het moeten nemen van beslissingen of iets goed of fout is. Dus: is mijn antwoord goed of fout.

Relaties

Studenten met een middelbaar niveau hebben de basisconcepten te pakken en hebben het meeste aan feedback waarmee ze relaties leren zien tussen de concepten, zodat hun basisideeën zich uitbreiden en verdiepen. Ze willen graag bevestiging dat ze de juiste aanpak aan het volgen zijn of dat ze andere manieren moeten toepassen om tot antwoorden te komen. Dus: procesfeedback.

Zelfregulatie

Op het meer ervaren niveau hebben studenten het meest aan feedback waarmee hun zelf regulerende leerproces ondersteund wordt. Ze willen feedback die aansluit bij hun eigen zoektocht en vragen op dat moment. Dus: uitgebreide conceptuele feedback die erkent dat de student zelf actief bezig is om zijn kennis uit te breiden en toe te passen.

Hoe je je feedback afstemt op het niveau van de student

Kortom, als de student veel ervaring en kennis heeft past conceptuele feedback, als de student een middelbaar niveau heeft past feedback waarmee de student relaties gaat zien tussen concepten, als de student nog aan het begin staat dan heeft hij behoefte aan feedback waarmee hij zijn kennisniveau uitbreidt. Naast dit onderscheid is het ook belangrijk om het motivationele perspectief in het oog te houden, hier kun je daar meer over lezen.