Groeimindset culturen
Oost-Aziatische culturen kenmerken zich meer door een groeimindset en Europees-Amerikaanse door een statische mindset. Hoe ontstaat dat?
Confuciaanse ideologie
Koreanen, Japanners en Chinezen groeien over het algemeen op in een cultuur waarin de link tussen inspanning en prestaties sterk wordt benadrukt. Een verklaring hiervoor is te vinden in de Confuciaanse ideologie, die ten grondslag ligt aan de Oost-Aziatische sociale filosofie. In die ideologie spelen inspanningsovertuigingen een sterke rol. De Confuciaanse ideologie benadrukt dat groepsleden mindful moeten zijn ten aanzien van anderen en plaatst nadruk op het welbevinden van de groep, de familie. De collectivistische waarden in deze culturen vraagt van groepsleden om zich te realiseren dat ze onderdeel zijn van een grotere sociale structuur. Die ideologie reikt tevens impliciet een conceptueel begrip van menselijke ontwikkelbaarheid aan (Hohjin Im, University of Washington).
Verbeteren waar je zwak in bent
In de Japanse cultuur, bijvoorbeeld, is een voortdurend besef van incompleetheid waarmee kinderen opgroeien. Mensen die in deze cultuur opgroeien ontwikkelen daardoor eerder een sterk besef dat ze zich moeten verbeteren in waar ze zwak in zijn. De zwakte van een lid van de gemeenschap is namelijk een bedreiging voor de hele groep en voor de sociale harmonie binnen de groep. Wil je lid blijven van de gemeenschap, dan is het nodig dat je inspanning levert om je zwaktes te verbeteren om de harmonie in de groep te bewaren.
Monitoren van progressie
In deze culturen wordt correcte feedback om je eigen progressie te monitoren hoog gewaardeerd. Als de groep iemand geen accurate feedback geeft over diens fouten en zwaktes is dat een reden voor Japanners om die betreffende groep te verlaten, zo bleek in experimenteel onderzoek. Deze tendens om het eigen gedrag en de eigen progressie te monitoren werpt een licht op de reden waarom individuen in Oost-Aziatische culturen over het algemeen geïnteresseerd zijn in negatieve feedback en daar voor open staan.
Zelfwaardering
In vergelijking met Europees-Amerikaanse culturen, waarin zelfwaardering en eigenwaarde hoog in het vaandel staat, moedigen Oost-Aziatische culturen juist zelfkritiek aan en het opzoeken van informatie die tegengesteld is aan de eigen overtuigingen en informatie die men al had.
Gedrag na feedback
Uit experimenteel onderzoek bleek dat Oost-Aziaten hun gedrag sterker aanpassen nadat ze hebben gefaald dan nadat ze succesvol zijn geweest. Ze stellen hun zelfbeeld ook meer bij na een faalervaring dan na een succeservaring. In studies die prestatieverschillen die volgden op positieve of negatieve feedback onderzochten, bleek dat Aziatische participanten beter gingen presteren na negatieve feedback terwijl Europees-Amerikaanse participanten beter gingen presteren na positieve feedback.
Incompleet
In Oost-Aziatische culturen hechten ouders en docenten over het algemeen meer waarde aan het monitoren van de progressie van studenten en leggen ze de nadruk op inspanning. Opleiders wakkeren in studenten een besef aan dat ze nog incompleet zijn, dat ze nog dingen te leren hebben en er gebieden zijn waarin ze zich verder moeten ontwikkelen. Ouders in Oost-Aziatische culturen besteden meer tijd met hun kinderen om hen te ondersteunen in hun studie dan ouders in Europees-Amerikaanse culturen. Ze hebben (zo blijkt uit diverse onderzoeken, Hohjin Im, University of Washington) ook hogere eisen en verwachtingen van hun kinderen.
Groeimindsetcultuur
Meer nadruk op inspanning, hogere standaards en een hoge mate van ouderlijke betrokkenheid bij de studie van het kind stimuleert een mindset bij de kinderen waarin ze meer open staan voor negatieve feedback en een wens om gebieden waarin ze onderpresteren te monitoren en inspanning te leveren.
Positief zelfbeeld
Dit is in contrast met Europees-Amerikaanse ouders die hun kind aanmoedigen onafhankelijk aan de slag te gaan met leren en een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Een hoge eigenwaarde is belangrijk in Europees-Amerikaanse culturen.
Zelfkritisch
De verschillen in opvoedstijl leiden ertoe dat kinderen van Oost-Aziatische achtergrond eerder zelfkritisch worden en kinderen in Europees-Amerikaanse culturen eerder een hoge eigenwaarde ontwikkelen. Hierbij is het belangrijk om steeds te blijven bedenken dat we het hier hebben over verschillen tussen culturen en dat we daarmee niet met zekerheid kunnen zeggen dat iemand met een Japanse culturele achtergrond per definitie een groeimindset heeft en iemand met een Europees-Amerikaanse achtergrond een statische mindset. Individuele verschillen en contextuele, situationele factoren beïnvloeden iemands mindset.
Negatieve feedback
In Oost-Aziatische culturen ontstaat zo bij studenten over het algemeen meer een groeimindset. Zij leren te onderschrijven dat inspanning noodzakelijk is voor succes en ze leren open te staan voor negatieve feedback. Oost-Aziatische studenten presteren over het algemeen beter dan Europees-Amerikaanse studenten. Hun groeimindset, inspanningsovertuigingen, openheid voor negatieve feedback en focus op het monitoren van progressie liggen hier aan ten grondslag.
Betekent dit dat we onze feedback moeten afstemmen op iemands culturele achtergrond? Dat is nog maar de vraag. Zie ook hier.
]
2 Reacties
De vraag die dit artikel bij mij op roept is:
Is de gevoelde druk om geen schade te berokkenen aan anderen /de collectiviteit te zien is als autonome extrinsieke motivatie of als gecontroleerde motivatie met externe / interne druk?
Beste Paul
Bedankt voor je interessante vraag. Het antwoord is, heel beknopt gezegd dit:
1. als er sprake is van gevoelde druk om je te conformeren aan culturele waarden, dan is er sprake van gecontroleerde motivatie, in elke cultuur.
2. in elke cultuur hebben mensen drie psychologische basisbehoeften: competentie, autonomie en verbondenheid. De behoefte aan autonomie betekent dat mensen de perceptie willen hebben dat zij zelf de origine zijn van hun gedrag. Hun gedrag is vrijwillig. Autonoom functioneren is dus niet hetzelfde als individualistisch functioneren.
3. of iemand die in een collectivistische cultuur opgroeit zich ontwikkelt tot een autonoom functionerend individu, of een gecontroleerd functionerend individu, hangt af van de kwaliteit van het internalisatieproces van culturele normen en waarden. Een Oost-Aziaat die helemaal achter de collectivistische waarden van zijn omgeving staat, is autonoom gemotiveerd voor gedragingen die bij die waarden passen. Een Oost-Aziaat die zich houdt aan de collectivistische waarden vanwege angst voor straf, een in het vooruitzicht gestelde beloning en/of psychologische druk van binnenuit of van buitenaf, is gecontroleerd gemotiveerd voor gedragingen die bij die waarden passen.
In mijn boek Progressiegesprekken ga ik op al deze onderwerpen uitgebreid in. Ik hoop dat het zo verhelderend is? vriendelijke groet, Gwenda