Controlling ouders, hulpeloze kinderen, dat is het onderwerp van een nieuw onderzoek van Assor et al (2020). In de opvoeding kunnen ouders een controlling benadering hebben ten opzichte van hun kinderen of een autonomie-ondersteunende benadering. Die controlling benadering kan zelfs al voor het kind is geboren gemeten worden.

Vier momenten

In het onderzoek werden moeders en hun kinderen op vier momenten gevolgd. De reden om alleen moeder te betrekken in het onderzoek was dat het voor vaders lastiger was naar het laboratorium te komen. Het eerste moment was toen de kinderen nog in de baarmoeder zaten, het tweede moment was toen de baby 8 maanden oud was, het derde bij 18 maanden en het vierde bij ongeveer 4-5 jaar oud. De mate waarin de moeder controlling gedrag vertoonde naar haar kind toe, de reactie van het kind op falen en de persoonlijkheid van het kind in termen van frustratie-tolerantie werden gemeten.

In verwachting

Toen de moeders nog in verwachting waren kregen ze vragen voorgelegd zoals ‘Ik zal mijn kind aanmoedigen om goed zijn best te doen op school, omdat ik dan trots op hem zou zijn’. Dit is een voorbeeld van controlling gedrag, omdat de waardering en het respect voor het kind afhangt van diens prestaties. Er is dan geen sprake van onconditionele liefde voor het kind, maar van voorwaardelijke liefde.

8 maanden

Toen de kinderen 8 maanden oud waren werd hun frustratie-tolerantie gemeten. De moeder voorkwam gedurende 30 seconden dat het kind een speeltje kon pakken door zijn armpje vast te houden. Dit is een gebruikelijke manier om frustratie-tolerantie te meten. De mate waarin het kind protesteert en boos wordt is dan een indicatie van zijn frustratie-tolerantie. De reden om deze variabele mee te nemen in het onderzoek is de gedachte dat een controlling opvoedstijl wellicht een verschillend effect heeft afhankelijk van het temperament van het kind.

18 maanden

Toen de kinderen 18 maanden oud waren kwamen ze met hun moeder naar het lab en maakten ze puzzeltjes. De moeders werd verteld dat de puzzeltjes een test waren van de cognitieve capaciteiten van hun kind en dat ze hun kind al dan niet mochten helpen, wat ze maar wilden.

Controlling ouders

De interactie tussen de moeder en het kind werd vervolgens geobserveerd. Daarbij werd gelet op zes gedragingen:

  1. Fysieke interventies: de hand van het kind vastpakken, dwingend of zachtzinnig het handje in de goede richting sturen
  2. Verbale interventies: bevelen, bedreigingen, verboden versus vriendelijke suggesties op een aardige toon
  3. Timing van de interventies: te vroeg of precies wanneer het kind het echt nodig had
  4. Perspectief en empathie: bekritiseren van het kind versus verbale en non-verbale geduldige erkenning dat het puzzeltje moeilijk was
  5. Feedback na succes: sarcastische feedback of geen feedback nadat het kind succesvol was
  6. Keuzemogelijkheden bieden: het bieden van keuzes (tussen puzzelstukjes of acties) versus het overnemen van het kind

4-5 jaar oud

Op 4 tot 5 jarige leeftijd kregen de kinderen dezelfde taak die ook in Carol Dwecks vroege onderzoeken werd gegeven. Ze kregen eerst een puzzeltje dat afgestemd was op hun leeftijd en daarna een aantal onoplosbare puzzeltjes en tenslotte weer een puzzeltje dat oplosbaar was. Vervolgens werd gekeken naar hun reactie op falen. Hulpeloosheid kenmerkt zich door het op te geven, doelloos gedrag, uitingen van machteloosheid, zich slecht voelen over de taak en over zichzelf. Meesterschap kenmerkt zich door te blijven proberen, zich neutraal of positief te blijven voelen over de taak en over zichzelf.

Controlling ouders, hulpeloze kinderen

Het bleek dat het controlling gedrag van de moeder wanneer hun kind 8 maanden oud is, een voorspeller is van de hulpeloze reactie van hun vijfjarige kind wanneer die faalt. Ook was de conditionele waardering van de moeder toen ze nog in verwachting was een voorspeller van haar controlling gedrag wanneer het kind geboren is. Dat controlling gedrag is weereen voorspeller van hulpeloos gedrag van het jonge kind, ongeacht diens temperament (frustratie-tolerantie). De 5 jarige kindjes wiens moeder controlling waren en een hulpeloze reactie hadden op falen, herstelden zichzelf niet toen ze het laatste oplosbare puzzeltje wel oplosten. Ze voelden zich nog steeds slecht over zichzelf en over de taak en bleven zich hulpeloos en machteloos gedragen. Controlling ouders, hulpeloze kinderen.

Zelfwaardering

Een van de onderliggende redenen waarom moeders controlling gedrag vertonen naar hun kind toe is hun eigen lage zelfwaardering. Door hun gebrek aan zelfwaardering leggen ze druk op hun kinderen om goed te presteren en geven ze hun kind conditionele liefde en waardering. De onderzoekers suggereren dat vroege programma’s waarin moeders geholpen worden om zichzelf te waarderen en onconditionele liefde en waardering aan hun kinderen te geven belangrijke voordelen voor hun kinderen kunnen opleveren.

Controlling ouders, hulpeloze kinderen

De controlling overtuigingen van vrouwen die in verwachting zijn en hun corresponderende controlling opvoedstijl wanneer hun kindje geboren is, zijn een voorspeller van hulpeloosheid in hun kinderen wanneer die 5 jaar oud zijn. Kinderen zijn gebaat bij een autonomie-omdersteunende opvoedstijl, die een voorspeller is van meesterschapsreacties na falen. Opnieuw een onderzoek waarin mindset en motivatie bij elkaar komen en waarin blijkt dat autonomie-ondersteuning en groeimindset-ondersteuning in de opvoeding grote voordelen biedt voor kinderen. Controlling ouders, hulpeloze kinderen.