Visuele aandacht helpt ons om relevante informatie te selecteren voor ons gedrag, gebaseerd op de locatie, kenmerken of onderdelen van de visuele informatie die we opnemen. Deze selectieve aandacht beperkt zich niet tot de fysiek aanwezige visuele informatie, maar geldt ook voor interne representaties van de visuele informatie die wordt vastgehouden in ons werkgeheugen om hogere cognitieve processen uit te voeren. Er is echter nog weinig bekend over of de aandacht die we geven aan visuele informatie in ons werkgeheugen op dezelfde manier werkt in ons brein als de visuele informatie die we verkrijgen door fysieke objecten te bekijken. De onderzoekers onderzochten daarom of normale effecten die optreden bij het waarnemen van objecten, ook optreden wanneer we die objecten alleen in onze fantasie oproepen en op die manier in ons werkgeheugen bewaren. Benjamin Peters et al hebben deze vraag onderzocht.

Het bleek dat dezelfde sleutelgedrags- en neurologische kenmerken van object-gebaseerde aandacht in het werkgeheugen aanwezig waren bij fantaseren, zoals bij daadwerkelijk zien, wat volledig in overeenstemming is met de bekende effecten van visuele perceptie. Bij visuele perceptie is het bijvoorbeeld zo dat onze reactietijd korter is wanneer we 1 object op verschillende locaties zien, dan wanneer we 2 verschillende objecten op verschillende locaties zien. Het bleek dat hetzelfde gold bij fantaseren. De reactietijd was korter wanneer mensen in gedachten hun aandacht moesten verleggen van de positie van 1 en hetzelfde object op verschillende plekken, dan wanneer ze in hun aandacht van het ene object op de ene plek naar het andere object op een andere plek moesten gaan. Ook bleek dat als men een object op een bepaalde locatie in gedachten nam (in het werkgeheugen), dan ook andere delen van het brein actief werden die te maken hadden met andere posities van hetzelfde object. Selectieve aandacht in ons werkgeheugen activeert dus het hele object, net zoals bij visuele perceptie.

Samenvattend blijkt uit het onderzoek dat zien en fantaseren gepaard gaan met dezelfde breinactiviteit en dat selectieve aandacht in ons werkgeheugen hetzelfde werkt als bij visuele perceptie.

Zien en fantaseren gaat gepaard met dezelfde breinactiviteit.