Wie zwijgt stemt toe. Op 2 juli zal er een nieuw kabinet op het bordes staan met een nieuwe premier. In dat kabinet zitten mensen die uitingen hebben gedaan die m.i. gebaseerd zijn op overtuigingen die schadelijk zijn voor onze democratische samenleving. Sommige van die uitingen zijn in de ijskast gezet, andere worden niet teruggenomen of zijn ‘verkeerd geïnterpreteerd’. Maar of de uitingen nu in een ijskast staan of niet, de overtuigingen die aan de uitingen ten grondslag liggen zijn niet opeens verdwenen. Wat te doen? Er het zwijgen toe doen? Je oren dicht doen? Je uitspreken?

Overtuigingen

Mensen die de overtuiging hebben dat er sprake is van een omvolking, die vinden dat bepaalde religies onderdrukt zouden moeten worden, dat er zonder tussenkomst van rechters mensen vastgezet zouden moeten kunnen worden, dat we de samenleving moeten verdelen in eersterangs en tweederangsburgers, dat onafhankelijke journalisten ’tuig’ zijn, dat onafhankelijke rechters ’totaal gestoorde D66-ers’ zouden zijn en dat excuses voor het slavernijverleden teruggedraaid moet worden omdat er sprake is van anti-blank racisme. Dat sommige mensen dergelijke overtuigingen hebben is al shockerend genoeg, maar binnenkort zijn dit de mensen die Nederland gaan besturen. Gefaciliteerd door mensen die eerder juist pleitten voor een beter functionerende democratische rechtstaat.

Gematige meningen

Uit onderzoek van Miller et al (2009) blijkt dat gematigde meningen het minst gehoord worden. Gematigde meningen zijn in de meerderheid, maar extreme meningen worden frequenter en luider gehoord. Dat komt omdat mensen met de extreme meningen denken dat ze de groepsmening durven te verwoorden. Zij durven tenminste te zeggen wat iedereen denkt! Maar hun extreme meningen zijn niet de gemiddelde mening. De gemiddelde mening is gematigd. Door deze luide extreme meningsverkondigers krijgt de stille meerderheid de informatie dat de extreme meningen het meest voorkomen. Op den duur kan de groep zo als geheel opschuiven in de richting van de veelgehoorde extreme mening. Zo wordt de groepsnorm extremer dan die initieel was.

Oren dicht

De mensen met een gematigde mening doen er dus vaak het zwijgen toe. Maar ze worden wel geconfronteerd met de extreme meningen. Als mensen in een situatie zitten waarvan ze niet ervaren dat ze die kunnen beinvloeden kan amotivatie ontstaan. Mensen worden passief en richten zich op hun eigen kleine wereld, op de dingen waar ze wel invloed op hebben. Ze gaan bijvoorbeeld niet meer stemmen, schermen zich af voor informatie die ze als emotioneel belastend ervaren en doen zo hun oren dicht voor de werkelijkheid. Hoewel dit op korte termijn hun welbevinden ten goede kan komen, is dit geen houdbare strategie voor de lange termijn. De bewindslieden die bovenstaande uitingen en overtuigingen hebben zullen die overtuigingen om proberen te zetten in maatregelen die in lijn liggen met hun overtuigingen. En of je nu je oren dicht hebt of niet, op een bepaald moment merkt iedereen daarvan de effecten in de samenleving. Kijk maar naar Slowakije, waar de publieke omroep wordt ontmanteld en er staatsgecontroleerde informatievoorziening komt.

Wie zwijgt stemt toe

Zwijgen of je oren dicht doen leidt niet tot progressie op het niveau van de samenleving. We kunnen net doen alsof het nieuwe kabinet het resultaat is van een democratisch proces. Maar hoe kan dat het geval zijn als de bewindslieden die onze democratie gaan besturen zelf ondemocratische overtuigingen aanhangen? In een goed functionerende democratie zouden democratische partijen dit niet moeten faciliteren. Als de gematigde meningen niet meer worden gehoord, schuiven we als samenleving op in de richting van de ondemocratische, extreme overtuigingen. En ervaart de meerderheid de plannen die nu in een ijskast staan opeens als plannen die het daglicht kunnen verdragen. Wie zwijgt stemt toe.