Bij tegenfeitelijk denken (counterfactual thinking) stel je je alternatieve gebeurtenissen in het verleden voor en bedenk je hoe je leven anders zou zijn geweest als dat alternatieve verleden had plaatsgevonden.

Tegenfeitelijk denken

Kray et al deden experimenteel onderzoek naar tegenfeitelijk denken en de relatie met betekenisvol leven. In vier experimenten bleek dat tegenfeitelijk denken leidt tot een perceptie van betekenisvolheid. Het geven van betekenis aan je leven hangt samen met fysiek en psychologisch welbevinden.

Wat er had kunnen gebeuren

Overwegen hoe cruciale gebeurtenissen in je leven en relaties anders hadden kunnen uitpakken versterkt de betekenisvolheid van die gebeurtenissen en relaties. Door te bedenken ‘wat er had kunnen gebeuren’ creëren mensen levensverhalen die betekenisvol zijn voor ze.

Direct reflecteren op betekenis

Direct vragen naar de betekenisvolheid van een cruciale levensgebeurtenis heeft ironisch genoeg een minder sterk effect op de ervaren betekenisvolheid van die gebeurtenis, dan tegenfeitelijk denken over de gebeurtenis heeft. Als mensen via tegenfeitelijk denken reflecteren op een cruciale levensgebeurtenis waarderen ze de positieve kanten van die gebeurtenis meer en ervaren ze de gebeurtenis als betekenisvoller.

Defensief mechanisme

In de experimenten kenden mensen die via tegenfeitelijk denken reflecteerden op cruciale levensgebeurtenissen een rol toe aan lotsbestemming. Als de gebeurtenis zo onwaarschijnlijk is, dan is de paradoxale conclusie dat het onvermijdelijk was dat het gebeurde. Van ‘wat had kunnen gebeuren’ naar ‘het heeft zo moeten zijn’ is wellicht een defensief mechanisme van mensen tegen existentiële angst.

Tegenfeitelijke denkvragen

Voorbeelden van vragen die je kunt stellen om tegenfeitelijk denken te activeren zijn:

  • Denk aan een cruciale levensgebeurtenis en beschrijf alle manieren waarop de dingen anders hadden kunnen lopen
  • Denk aan een goede vriend en beschrijf hoe je leven was gegaan wanneer je die persoon nooit had gekend

]