Sceptisch, niet cynisch
Een paar weken geleden vroeg iemand me in een training om een toelichting te geven op een stukje in mijn boek Progressiegesprekken waarin ik pleit voor een sceptische houding. Dit is dat stukje:
Sceptisch blijven
Het is verstandig om sceptisch te blijven ten aanzien van claims in kranten, boeken en in gesprekken. Het komt vaak voor dat in de media koppen te zien zijn waarin een causale relatie wordt verwoord, terwijl er sprake is van correlationeel onderzoek. Daarnaast hebben mensen vooral op het gebied van psychologie allerlei theorieën en intuïties waarover ze heel zeker zijn, maar die geen enkele relatie hebben met wat daadwerkelijk waar is.
Openheid
Beweringen met voorzichtigheid in overweging nemen is daarom goed. Zeker in combinatie met openheid om overtuigd te worden als er moeilijk te weerleggen verklaringen worden gepresenteerd. Het lijkt verstandig om vooralsnog voorzichtig te zijn over de positieve psychologie. Power poses, positieve educatie, de talentenfocus, de broaden-and-build theorie van positieve emoties en het concept grit zijn een paar positieve psychologie concepten ten aanzien waarvan het goed is kritisch te blijven.
Logische denkregels
Wat kan helpen om te weten wanneer je beter sceptisch blijft en wanneer je beweringen aanneemt als waarschijnlijk waar? Er zijn daartoe logische denkregels beschikbaar. Die kunnen helpen om claims beter op waarde te schatten. Krantenkoppen die op basis van correlationeel onderzoek causale verbanden suggereren, kun je met behulp van deze regels beter doorzien. Zoals de krantenkop die in september 2017 verscheen: ‘Jongens zijn beter in natuurkunde omdat ze leren gericht te plassen, terwijl meisjes dat niet leren.’ Dit bleek een gedachte van een tweetal onderzoekers te zijn, in
plaats van een bewezen feit.
Nisbett
Nisbett reikt drie logische denkregels aan om te kunnen bepalen of je een claim aanneemt als waar of onwaar. Die regels kun je ook gebruiken als je zelf een vraag hebt waarop je graag een antwoord wilt vinden dat waarschijnlijk waar is.
- Je begint met uit te vinden of er expertise is ten aanzien van een vraag die je hebt. Expertise is wetenschappelijk onderbouwde kennis.
- Als die expertise er is, dan zoek je uit of er consensus is onder de experts over het antwoord op de vraag die je hebt. Als er sterke consensus is, dan heb je geen andere keuze dan te accepteren wat de consensus onder de experts is.
- Als er geen expertise is of er is weinig consensus onder experts, dan schort je het best je oordeel op.
Struikelen
Deze deelneemster in de training struikelde over het woord ‘sceptisch’. Wat bedoeld wordt met sceptisch is een voortdurende bereidheid om een bewering te aanvaarden of verwerpen op basis van wetenschappelijk bewijs en deze aanvaarding of verwerping voorlopig te laten blijven tot er nieuwe redenen blijken te zijn om tot verwerping of aanvaarding over te gaan.
Niet cynisch
Sceptisch is dus niet hetzelfde als cynisch. Een cynische houding is een spottende houding, waarbij je het überhaupt bestaan van goede intenties en gedegen kennis in twijfel trekt. Ik begrijp wel dat sommigen een sceptische houding associëren met een cynische houding.
Badinerend
Zeker wanneer ik zie hoe sommige sprekers de mythes op hun vakgebied niet alleen kritisch maar vooral ook met een arrogante air en een badinerende toon aan de kaak stellen. Ze kunnen dan nog zo het gelijk aan hun kant hebben, de neerbuigende en spottende toon werkt aversief.
Reactance
Ik denk dat het hun toehoorders niet zal overtuigen, maar juist vaster in de eigen overtuigingen zal drukken. Er ontstaat, vermoed ik, een reactance effect. Bij een sceptische houding hoort juist bescheidenheid; je weet dat wat je nu gelooft dat waar is misschien in de toekomst weerlegt zal kunnen gaan worden. Een cynische houding staat met die noodzakelijke bescheidenheid en bereidheid om je overtuigingen bij te stellen op bijzonder gespannen voet.
Sceptisch, niet slap
Met een sceptische houding ben je dus bereid om je overtuigingen bij te stellen wanneer er bewijs is dat je overtuigingen niet kloppen. Sommigen associëren dat met een slappe houding. Je staat nergens voor, denken ze dan. Dat risico is er denk ik zeker als je geen stelling neemt wanneer er wel degelijk reden is om stelling te nemen. Maar juist omdat je de bereidheid hebt om je overtuigingen bij te stellen wanneer daartoe overtuigend onderbouwde aanleiding is, ben je in staat om stelling te nemen ten aanzien van goed onderzochte onderwerpen.