Search results for: wat is Progressiegericht werken

Neurowetenschappers kunnen leren van docenten

jeffrey bowersJeffrey Bowers schreef een artikel waarin hij stelt dat neurowetenschappers wel veel kunnen leren van docenten, maar dat neurowetenschap geen praktische voordelen biedt voor docenten. Neurowetenschap kan het lesgeven in de klas volgens Bowers namelijk niet verbeteren. Het is makkelijker om de cognitieve capaciteiten van kinderen in te schatten op basis van hun gedrag, dan op basis van hun breinactiviteit. Daarom biedt neurowetenschap niet meer of beter inzicht in hoe je het beste je lesinstructies kan geven dan psychologische inzichten. Daarnaast wordt algemeen aangenomen dat je bij leerproblemen in je instructie moet inspelen op de beschadigde vaardigheden, de onderliggende deficieten bij het kind. En dat neurowetenschap je kan helpen om te zien waar die deficieten in het brein plaatsvinden. Maar het is soms beter om je instructie af te stemmen op de onbeschadigde vaardigheden, op wat het kind wel begrijpt, en om dat te gebruiken als opstap voor het kind om te leren wat het nu niet kan. Neurowetenschap kan je niet helpen om te weten of je instructie zich beter kan richten op de beschadigde of op de niet-beschadigde vaardigheden. En uiteindelijk is er maar 1 ding dat telt: het gedrag van het kind, is dat aan het verbeteren naar aanleiding van je instructies of niet? Als het kind leert is dat vervolgens te zien in het brein. Dat is interessant voor neurowetenschappers. Onderwijzers kunnen neurowetenschappers dus helpen in plaats van andersom.

It's the environment, stupid!

oliver jamesMomenteel lees ik het nieuwe boek van Oliver James, Not in your genes, the real reason children are like their parents. Het boek heeft al een pittig kritische recensie gekregen, wat ik intrigerend vond vanwege de stellige toon waarmee de conclusies van James worden afgekraakt: alles is fout en hij leeft op een andere planeet dan de rest van de wereld.
Tot wat voor soort conclusies komt Oliver James?
Hier zijn er een paar, in zijn hoofdstuk “It’s the environment, stupid!” samengevat en vertaald:
1. Genen verklaren niet waarom sommige mensen rijk zijn en andere mensen arm. Als genen dit niet verklaren, dan kunnen we een samenleving opbouwen waarin geen armoede is. Met de juiste opvoeding en een ondersteunende samenleving kunnen kinderen van nu arme ouders goed presteren op school en net zulke succesvolle carrières opbouwen als kinderen van nu rijke ouders.
2. Genen verklaren niet waarom sommige mensen topprestaties bereiken en anderen niet. Als genen dit niet verklaren dan kan elk van ons goed leren presteren. als we daarvan uitgaan, dan kunnen we een schoolsysteem ontwikkelen dat daar van uit gaat en waarin alle kinderen kunnen floreren en goed presteren.
3. Genen verklaren niet waarom sommige mensen een geestelijke ziekte krijgen en anderen niet. In dit boek heb ik een overweldigende massa aan bewijs gegeven dat de combinatie van hoe we in onze jonge jaren worden behandeld en opgevoed en in welke samenleving we leven de belangrijkste verklarende factor is waarom mensen geestelijke ziektes ontwikkelen. Als we onze opvoeding en onze samenleving verbeteren dan kunnen we geestelijke ziektes dus grotendeels voorkomen.
4. Genen verklaren onze individuele psychologie niet. Dus genetische tests om onze persoonlijkheidskenmerken (traits) te achterhalen zijn verspilling van geld en moeite. Geadopteerde kinderen doen er beter aan goed te kijken naar hoe ze door hun opvoeders zijn opgevoed als ze willen begrijpen waarom ze zijn zoals ze zijn, in plaats van op zoek te gaan naar hun genetische ouders om te leren begrijpen waarom ze bepaalde persoonlijkheidstrekjes hebben.
5. We moeten stoppen met de vele onjuiste verklaringen in de media, waar bijna sprake is van een genenreligie. Onderzoekspublicaties zoals ‘no genetics influence for childhood behaviour problems from DNA analysis‘ worden actief genegeerd door de BBC. De farmaceutische industrie heeft de media succesvol overtuigd dat geestelijke ziektes (en intelligentie) moeten worden begrepen vanuit genetische overerfbaarheid. Dat is bizar, omdat de onderzoeksresultaten vrijwel compleet het tegenovergestelde aantonen.
Ik ga met interesse verder lezen en denk dat dit boek me wel aanleiding zal geven er nog eens iets over te schrijven.

Preview: Hersenvitaminen

Deze preview verscheen op managementboek:
Wil je ergens succesvoller in worden? Zegt iemand anders tegen je dat hij iets echt niet kan? Dan is een groeimindset nodig. Dat zegt Gwenda Schlundt Bodien in haar nieuwe boek Hersenvitaminen. In deze preview licht ze dat toe.
Steevast als ik met mensen in gesprek ben over de groeimindset van Carol Dweck, roept dit een mengeling van gedachten en gevoelens bij hen op. Ze worden nieuwsgierig: wat is dat precies, een groeimindset of een statische mindset en welke mindset heb ik zelf? Ze vinden het confronterend: welke mindset is bij mij gestimuleerd in de loop van mijn leven en welke mindset stimuleer ik onbedoeld bij anderen? En al snel komt de vraag: hoe kan ik een groeimindset stimuleren in mijn team of organisatie, bij mijn kinderen, medewerkers, leerlingen, collega’s, liefdespartner en bij mezelf? Ik vind dat een begrijpelijke vraag. Daarom schreef ik Hersenvitaminen, meer succes met de groeimindsetmix.
Iets meer dan tien jaar geleden las ik voor het eerst een publicatie van de wereldberoemde Stanford-professor Carol Dweck, waarin ze beschreef hoe je mindset een groot effect heeft op hoe je leert, hoe je presteert, hoe je samenwerkt en op hoe je je voelt. Haar beschrijving van de statische mindset (een dubbeltje wordt nooit een kwartje) en de groeimindset (iedereen kan, ongeacht waar die nu staat, slimmer, vaardiger en capabeler worden) was glashelder en ik begon de mindset van mezelf en anderen overal te herkennen.
Haar experimenten waaruit bleek dat een klein compliment een groeimindset of een statische mindset kon oproepen bij de ontvanger vond ik fascinerend. Een compliment als ‘jij bent vast heel intelligent’ bleek helemaal geen goed effect te hebben op de ontvanger ervan: faalangst en een angst om het positieve label te verliezen, minder goed presteren als de taak moeilijker werd, minder plezier in het uitvoeren van de taak, uitdagingen uit de weg gaan en een lager zelfvertrouwen.
Maar terwijl het me steeds duidelijker werd wat het effect is van een statische mindset of een groeimindset, merkte ik ook dat er relatief weinig praktische tips te vinden waren over hoe je een groeimindset kunt stimuleren bij jezelf en anderen. En dat terwijl er zoveel meer te doen en zeggen valt dan de manier waarop je complimenteert!
Mijn eerdere boeken, waaronder bijvoorbeeld Ontwikkel je mindset, gaan diep in op progressiegerichte gesprekstechnieken. Dat boek is vooral geschikt voor coaches, leidinggevenden, trainers en adviseurs die de progressiegerichte aanpak heel goed in de vingers willen leren krijgen. Maar dit nieuwe boek, Hersenvitaminen, is een laagdrempelig en praktisch boekje voor iedereen die snel overzicht wil krijgen over de theorie van de groeimindset en vooral snel met praktische tips aan de slag wil om een groeimindset te krijgen en stimuleren.
Hoe geef je feedback zodat er een groeimindset ontstaat bij de medewerker, de leerling of student, de docent en je collega? Wat kun je doen zodat je zelf een voorbeeld bent van iemand met een groeimindset? Hoe kun je een groeimindsetklimaat stimuleren in je team, organisatie, onderwijsinstelling? Hoe zorg je dat je voorbij het niveau komt van het toepassen van trucjes en het bewijzen van niet meer dan een lippendienst aan de groeimindset?
Met het boek Hersenvitaminen leer je vijf ingrediënten gebruiken om een groeimindset te stimuleren bij jezelf en anderen. Bij elk ingrediënt krijg je een aantal praktische tips aangereikt hoe je met de toepassing van dat ingrediënt kunt beginnen. De ingrediënten zijn beschreven in vijf korte hoofdstukken: Herken je Mindset, Kies een doel waarmee je groeit, Laat je hersenen groeien, Oefen zodat je groeit, Leer progressiegericht werken. In de bijlage vind je do’s en don’ts voor het ontwikkelen van een groeimindsetcultuur in je team of organisatie.

Controlling uitingen

Controlling uitingen doen we soms zonder er erg in te hebben. Uitingen die gecontroleerde motivatie stimuleren houdt in dat we dingen zeggen en doen die niet zo goed werken voor de ander. Op deze site heb ik al veel geschreven over gecontroleerde motivatie en autonome motivatie. Ook staan er heel wat voorbeelden van gesprekstechnieken en interventies die bij je gesprekspartner de perceptie van autonomie, versus controle stimuleren. Hier is een lijstje met voorbeelden van uitingen die gecontroleerde motivatie oproepen.

Klik hier om meer te lezen

Varieer tijdens oefenen

Varieer tijdens oefenen, want kleine variatie tijdens het oefenen verhoogt snelheid en kwaliteit van leren. Uit een onderzoek van Celnik komt een beeld naar voren dat het effectiever is om kleine veranderingen aan te brengen tijdens het oefenen van een nieuwe vaardigheid, dan dat het is om steeds dezelfde oefening te herhalen.

Klik hier om meer te lezen

Bah, ik moet naar een feestje…

Er is een feestje aan de gang en een groep kennissen en vrienden zit in een kring koffie te drinken en taart te eten. Alain zit ook in de kring en baalt. Hij voelde zich verplicht om op te komen draven op dit feest, maar heeft een pesthekel aan in een kringetje praten over niks. Het kost hem bakkenvol met energie. “Wat doe ik hier!”, flitst er door zijn gedachten. Hij voelt zich down omdat hij zoveel liever ergens anders zou zijn dan waar hij is. Hij ergert zich aan de saaie gesprekken om hem heen. Tegelijkertijd voelt hij zich schuldig over zijn gevoelens. Waarom doet hij nou niet gewoon gezellig mee? Inwendig moppert Alain op zichzelf en veroordeelt hij zichzelf om zijn niet sociale houding.
Iedereen doet wel eens iets waar hij niet echt achter staat. Of het nu gaat om verjaardagsfeestjes, of om meer ingrijpende levenskeuzes, zoals welke baan je kiest, welke opleiding je volgt en of je bij je liefdespartner blijft of niet. Klik hier om meer te lezen

Twee manieren waarop autonome motivatie de zelfregulatie bij het ontstaan van vooroordelen bevordert

Lisa_1In dit artikel kon je lezen hoe de kwaliteit van je motivatie een effect heeft op je attitude ten aanzien van vooroordelen over groepen mensen die anders zijn dan de groep waartoe jij behoort.
Omdat de motivatie om vooroordelen te reguleren net zozeer draait om het controleren van negatief en vaak automatisch gedrag als om de motivatie om positief gedrag te laten zien (niet bevooroordeeld zijn), is het belangrijk om te focussen op de processen van vooroordeelreductie en zelfregulatie van biases. Stereotiepe beelden en vooroordelen kunnen ons bewustzijn automatisch infiltreren, zelfs als er sprake is van een autonome motivatie om onbevooroordeeld te zijn. Dus is de capaciteit om impliciet je oordelen te kunnen monitoren van cruciaal belang voor de daadwerkelijke reductie van die vooroordelen.
Legault en Amiot beschrijven twee processen waarbij je autonome motivatie de zelfregulatie van het reduceren van je vooroordelen blijkt te bevorderen. Het eerste proces is de automatisering van de regulatie van je vooroordelen en de tweede is een neurofysiologisch proces dat optreedt als je daadwerkelijke gedrag afwijkt van je gewenste gedrag.Klik hier om meer te lezen

Ben je autonoom gemotiveerd om je vooroordelen te verminderen?

Ben je autonoom gemotiveerd om je vooroordelen te verminderen? Met het diverser worden van de Westerse samenlevingen, is ook de sociale norm sterker geworden dat het hebben van vooroordelen hebben niet wenselijk is. Maar mensen zijn van nature geneigd om de wereld te categoriseren in ‘wij’en ‘zij’, waarbij ‘wij’ in een positiever licht wordt gezien dan ‘zij’. Daardoor ontstaat de motivationele paradox dat mensen het doel hebben om vooroordelen over andere sociale groeperingen te verminderen terwijl ze tegelijkertijd moeite hebben dat ook echt waar te maken.

Klik hier om meer te lezen

Hersenvitaminen is verschenen

HersenvitaminenDeze week is mijn nieuwe boekje Hersenvitaminen verschenen. Begin 2015 besloot ik een laagdrempelig boekje te willen schrijven, zonder vakjargon. Bedoeld voor mensen die geïnteresseerd zijn in praktische voorbeelden en tips en die graag in een uurtje een idee willen krijgen van de groeimindsetmix. Voor mensen die het op zich wel belangrijk vinden dat wat ze lezen gefundeerd is en hout snijdt, maar die niet zo veel interesse hebben om allerlei wetenschappelijke verhandelingen te bestuderen. Het was nog knap ingewikkeld om een eenvoudig boekje te schrijven, een echte les in ballast weglaten en tot de kern komen. Leerzaam en leuk om gedaan te hebben. Hopelijk ook gemakkelijk en leuk om te lezen!
Hier kun je een preview lezen waarin de achtergronden en inhoud van het boekje kort worden besproken. Het is in diverse boekhandels te koop en je kunt het ook hier bestellen (16,95)

The benefits of feeling autonomous within your love relationship

Most theories regarding love relationships focus on the need for intimacy, security and responsiveness.

Klik hier om meer te lezen