De verwachting dat je zelf effectief zult zijn in de komende les en als docent in het algemeen is belangrijk voor je persoonlijke docentstijl. De effectiviteitsverwachting bestaat uit drie componenten:

  1. De eigen inschatting van de docent of wat hij gaat doceren makkelijk of moeilijk zal worden, of het eenvoudig voor hem zal zijn om het te doceren of complex
  2. De eigen inschatting van de docent of hij capabel is om het betreffende onderwerp te doceren
  3. De eigen inschatting van de persoonlijke kwetsbaarheid en beperkingen ten aanzien van wat de docent gaat doceren

De verwachting dat je effectief zult zijn heeft een aantal voordelen. Ten eerste voorspelt het het enthousiasme van de docent om te doceren en correleert het negatief met burn-out verschijnselen. Ten tweede voorspelt het hoe gecommiteerd je bent als docent en hoe tevreden je bent met je baan als docent. Tenslotte voorspelt de effectiviteitsverwachting ook hoe effectief de docent is in zijn instructies, hoe goed hij zijn lessen voorbereid, hoe hij doorzet bij tegenslagen en hoe hij reageert op fouten van studenten (kritisch of constructief). Daarnaast voorspelt de eigen effectiviteitsverwachting van de docent hoe optimistisch versus pessimistisch de docent is over of de leerlingen iets kunnen leren. En uiteindelijk: docenten die geloven in hun eigen vermogen om een goede docent te zijn bereiken wat docenten die dat niet geloven niet bereiken. En dat is een verbetering in de kwaliteit van het denken van de leerling, een betere motivatie bij de leerling en betere prestaties van de leerling. Overigens is die effectiviteitsverwachting van de docent geen stabiel persoonlijkheidskenmerk. De effectiviteitsverwachting kan snel veranderen. Je kunt je beter voorbereiden, eenvoudiger instructies bedenken, je mindset ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van leerlingen en ten aanzien van je eigen veerkracht veranderen etcetera, en dan verandert je effectiviteitsverwachting.