Ik kan niets doen totdat jij….
Dit is het verhaal van een professional die geregeld een overleg voorzit waarbij mensen vanuit verschillende organisaties betrokken zijn. Elk van die personen heeft vanuit zijn eigen vakgebied de verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren. Maar in plaats van tot gezamenlijke acties en een gezamenlijke lijn te komen, is er vooral veel discussie, uiten mensen hun pessimisme en zorgen, en blijven de vervolgacties vaag. Ieder lijkt te wachten tot een ander iets gaat doen. De professional had al aan paar keer gemerkt dat zij daardoor het heel druk kreeg na afloop van die overleggen, omdat niemand anders in actie kwam. Ze besloot het komende overleg anders aan te pakken.
Ze begon het overleg met het benoemen van het gezamenlijke doel van de aanwezigen om het vandaag te hebben over cliënt X: ”Het doel van deze bespreking is om afspraken te maken wat elk van ons kan gaan doen om de veiligheid van cliënt X te waarborgen”.
Vervolgens tekende ze twee cirkels op een flip-over vel, die er zo uitzagen:
Ze vroeg de diverse afgevaardigden van de organisaties om op post-its te schrijven wat ze de afgelopen tijd allemaal al hadden gedaan wat bijdroeg aan een grotere veiligheid van cliënt X. Toen alle afgevaardigden hun post-its in de binnencirkels hadden geplakt, ging zij onderzoeken hoe die acties al geholpen hadden, wat er goed had gewerkt en wat men ervan kon leren over wat werkte voor cliënt X.
De sfeer in het overleg werd voorzichtig positief. De binnencirkels kwamen redelijk vol te hangen.
Daarna vroeg ze iedereen om na te denken wat ze belangrijk vonden om te bereiken mbt de veiligheid van cliënt X. Ieder schreef dit op post-its op en plakte dit in de buitencirkels. De professional las alles voor en gaf ruimte aan alle perspectieven van de deelnemers. Daarna stelde ze de consensusvraag:”Als we naar de buitencirkels kijken, waar zijn we het dan allemaal over eens?”
Tenslotte vroeg ze ieder om na te denken welke post-it zij nu zelf als eerste naar de binnencirkel wilden gaan kunnen verplaatsen en welke ideeën zij hadden om dat te gaan doen. Eén afgevaardigde pakte dat snel op en legde uit wat zijn eerstvolgende actie werd. Een voor een volgde de andere afgevaardigden met acties die ze zelf gingen doen.
De professional bedankte iedereen voor de bijdrage en voorgenomen acties, kondigde aan dat ze een verslag zou mailen aan iedereen met de ingevulde cirkels en dat tijdens het volgende overleg de cirkels weer terug zouden komen, rondom de vraag:”welke post-its kunnen nu naar de binnencirkels?”