Het risico van utopisch denken

Het risico van utopisch denken. Veel adviseurs en coaches laten teams of individuele cliënten dromen over de toekomst. Ze vragen dan bijvoorbeeld om je voor te stellen dat je een toverstafje hebt en dat alle problemen zijn opgelost. Is dat een effectieve manier om teams en individuen te helpen? Het dromen over een utopische toekomst kan prettig aanvoelen, maar onbedoeld inertie opwekken. Dromen over een geweldige toekomst waarin huidige problemen zijn opgelost gaat vaak samen met een afname van negatieve gevoelens. Je voelt je dan beter in het hier en nu. Maar tegelijkertijd laten diverse onderzoeken (hier en hier) zien dat je actiebereidheid en je intentie om acties te gaan ondernemen om de problemen op te lossen afnemen. Het voelt alsof die mooie toekomst er al is, je bent er al. En als je er al bent, dan hoef je niets meer te doen.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Utopie
De onderzoekers Lizzio-Wilson et al (2024) dragen met dit onderzoeksartikel bij aan ons begrip over waarover mensen fantaseren als ze denken aan een toekomst waarin een bepaald sociaal probleem is opgelost. In hun onderzoek deden mensen mee die het betreffende sociale issue belangrijk vonden (bijvoorbeeld economische gelijkheid, klimaat en wapenbezit). Wat is de inhoud van hun fantasie als hen wordt gevraagd om een toekomst te beschrijven waarin het sociale issue dat ze belangrijk vinden is opgelost? Welke taal gebruiken ze in de utopieën? Hoe actiebereid zijn ze na afloop van het fantaseren over de toekomst?
Drie profielen
Het bleek dat wanneer mensen wordt gevraagd om zich een toekomst voor te stellen waarin een sociaal issue is opgelost, zij daar helemaal niet allemaal instappen en niet allemaal een wenselijke toekomst beschrijven. Er tekenden zich namelijk drie denk-over-de-toekomst-profielen af.
- Het eerste profiel noemen de onderzoekers de veranderingsgeorienteerde benadering van denken over een utopische toekomst. Mensen met dit profiel fantaseerden over een toekomst waarin het sociale issue (ongelijkheid, wapenbezit en klimaat) goed was opgelost en iedereen ten goede kwam, waarin men redelijk innovatieve ideeën had bedacht om het issue op te lossen en waarin die toekomst haalbaar werd geacht.
- Het tweede profiel noemen de onderzoekers dystopisch denken. Mensen met dit profiel bleken helemaal geen wenselijke toekomst te schetsen, geen toekomst waar iedereen beter van zou worden en geen toekomst waarin innovatieve oplossingen voor problemen waren bedacht, en ze waren onzeker of die toekomst zou gebeuren.
- Het derde profiel noemen de onderzoekers de ambivalente toekomstdenkers. De mensen met dit profiel zaten tussen de veranderingsgeorienteerde denkers en de dystopische denkers in. Ze stelden zich een neutrale of weinig ambitieuze toekomst voor, die wel redelijk haalbaar was.
Actiebereidheid
Alleen de mensen met het veranderingsgeorienteerde profiel waren bereid om actie te gaan ondernemen om de status quo te veranderen. De mensen met dit profiel identificeerden zich sterk met het sociale issue, hadden de perceptie dat de problemen oplosbaar waren door een groep gelijkgestemden en hadden sterke morele overwegingen en overtuigingen. Daarnaast vergoelijkten ze de huidige systemen en instituties niet en hadden ze juist wel goede hoop dat de toekomst beter zou kunnen worden. Ze gebruikten veel taal die refereerde aan eerlijkheid en rechtvaardigheid.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Toekomstinschatting
De andere twee profielen bleken helemaal niet te denken in termen van een betere toekomst. De ene groep dacht juist aan een toekomst die niet wenselijk, niet innovatief, niet beter voor het grotere geheel en matig waarschijnlijk was. De andere groep wist niet zo goed of de toekomst die ze in gedachten hadden wenselijk was, goed was voor het grotere geheel of innovatief was en ze zagen die toekomst als redelijk waarschijnlijk in. De dystopische toekomstdenkers waren bozer dan de mensen met de andere denkprofielen en ze waren minder hoopvol en hadden minder actiebereidheid. Ze waren zeker niet tevreden over de status quo, maar ze hadden ook geen hoop of intentie om dingen te helpen veranderen. De ambivalente toekomstdenkers vergoelijkten de huidige systemen en instituties meer en hadden ook weinig bereidheid om in actie te komen. Ze waren wel minder boos dan de dystopische denkers.
Utopisch denken
Mensen uitnodigen om te fantaseren over een utopische toekomst waarin een sociaal issue dat belangrijk voor ze is, is opgelost, kan onverwachte resultaten opleveren. Niet iedereen stapt in de beschrijving van een wenselijke toekomst. Sommige mensen stappen juist in de beschrijving van een toekomst die ze niet wenselijk achten, maar waar ze wel boos van worden. En de actiebereidheid om het sociale probleem op te helpen lossen bleek ook helemaal niet bij iedereen op te treden.
Kenmerken meegeven?
De onderzoekers doen de suggestie om bij de vraag om de utopische toekomst te beschrijven expliciet de instructie mee te geven om te schrijven over een gewenste toekomst, die beter is voor het grotere geheel en waarin innovatieve ideeen worden benut om de sociale problemen op te lossen en die ook haalbaar en zelfs waarschijnlijk is. Zo prompt je de toekomstdenkers in de richting van wenselijkheid, het grote goed, innovatie en haalbaarheid. Ze pleiten ervoor om te kijken of dit inderdaad werkt, voor het te onderzoeken in experimenteel vervolgonderzoek.
Trainingen Progressiegericht Werken |