Doen waar je goed in wilt worden
Doen waar je goed in wilt worden, wat bedoel ik daarmee? In plaats van tegen onze kinderen (en collega’s en onszelf) te zeggen dat we ‘moeten doen waar we goed in zijn’, pleit ik ervoor de boodschap te gaan uitdragen dat we ‘moeten doen waar we goed in willen worden’. Wat is het verschil?
Doen waar je goed in bent
Als je tegen je kind zegt dat hij moet doen waar hij goed in is, dan suggereer je daarmee dat er iets ‘in’ je kind zit dat hij moet ontdekken (namelijk waar hij goed in is) om dat wat hij goed kan te gaan herhalen. Tegelijkertijd laat je daarmee merken dat je visie is dat het niet logisch is om te investeren waar je niet goed in bent. Het effect hiervan is dat je kind naar de activiteit waar hij goed in is gaat kijken als iets waar hij een talent of aanleg voor heeft. En naar de activiteiten waar hij niet goed in is gaat kijken als iets waar hij geen talent of aanleg voor heeft.
Het pad van wat je al kunt
Dat stuurt hem een pad op in de richting van wat hij nu goed kan. Hij investeert niet in wat hij nu niet goed kan, daarin wordt hij dus zeker niet beter, wat jou en hem zal bevestigen dat hij er geen aanleg voor heeft. De activiteit die hij nu wel goed kan, wordt onderdeel van zijn persoonsbeschrijving. Jantje is een scheikundetalentje. Het effect daarvan is dat je kind een link gaat leggen tussen zijn genen en zijn prestaties, in plaats van tussen zijn inspanning en zijn prestaties.
Plafond
Dat gaat goed totdat je kind het niveau bereikt dat het hem niet gemakkelijk meer af gaat. Op dat moment is de betekenis die je kind geeft aan deze moeilijkheden logisch: hij heeft er blijkbaar toch geen aanleg voor. Het resultaat is dat je kind het opgeeft, faalangst ontwikkeld, net doet alsof hij niet meer gemotiveerd is voor de activiteit omdat de activiteit opeens ‘saai’ is geworden. Naast deze onnodige en negatieve effecten hebben we het nog niet eens over alle dingen die je kind interessant vindt maar toch terzijde laat liggen omdat hij er niet goed in is.
Goed in willen worden
Als je tegen je kind zegt dat hij moet doen waar hij goed in wil worden, dan suggereer je daarmee dat er een link is tussen inspanning en resultaat en dat de leidende vraag voor je kind is: waar wil ik goed in worden? Tegelijkertijd laat je daarmee merken dat je visie is dat het niet logisch is om je af te vragen waar je aangeboren talenten liggen.
Leuk
Je kind kiest misschien voor iets dat hij nu nog helemaal niet goed kan, maar wat hem wel heel leuk lijkt om te kunnen. Of voor iets dat hij belangrijk vindt om te kunnen, omdat hij een bepaalde kant op wil later waar hij die kennis en vaardigheden voor nodig heeft. Of voor iets waar hij inderdaad nu goed in is, omdat het hem een gevoel van competentie geeft als hij met de activiteit bezig is.
Gerichte inspanning
Dit stuurt hem een pad op van gerichte inspanning. Hij investeert in wat hij nu niet goed kan, en daardoor wordt hij er beter in, wat hem zal bevestigen dat er een link is tussen inspanning en resultaat. Hij leert zo hoe hij beter kan worden in welke activiteit dan ook. Daardoor is er voor hem geen man over boord als hij een niveau bereikt waarop hij het moeilijk gaat vinden. Op dat moment is de betekenis die je kind geeft aan deze moeilijkheden logisch: hij heeft nog niet de juiste aanpak gevonden en heeft wat meer hulp en ondersteuning nodig of moet een andere leerstrategie gebruiken.
Plezier in leren
Het resultaat is dat je kind plezier houdt in leren, ook en vooral als het moeilijk wordt een stevig zelfvertrouwen behoudt, hij gemotiveerd blijft voor de activiteit en de moeilijkheden ziet als interessante puzzeltjes en uitdagingen. En uiteindelijk bereikt je kind natuurlijk meer met meer plezier.
Maatschappij
Naast deze waardevolle effecten op individueel niveau hebben we het nog niet eens over hoe de maatschappij er beter van wordt wanneer mensen stoppen elkaar te vertellen dat talent bepalend is voor wat we kunnen bereiken. Als mensen zich en masse gaan richten op het boeken van betekenisvolle progressie ten aanzien van wat we nu nog niet goed kunnen.
Bijvoorbeeld: het verbeteren van de werking van onze democratie, het verkleinen van de inkomensverschillen, het voortborduren en uitbouwen van de verlichtingswaarden, gelijke behandeling ongeacht ras, godsdienst, geslacht, etnische afkomst en ga zo maar door. Als we ons eerst moeten afvragen of we een talent hebben voor het opbouwen van een democratie, voor gelijke behandeling zonder vooroordelen, voor rationeel denken en ga zo maar door, verwacht ik niet dat we veel progressie zullen boeken op die interessante en belangrijke thema’s.
Meer lezen?
Focus op je sterktes kan je zwakker maken
Sterkteverwarring
Hoe zinnig is de focus op sterktes?
Alternatieven voor de talentvraag
Kritiek op de positieve psychologie
Hersenvitaminen
]