Ken je dat gevoel dat je iets wat ver weg is zo graag wilt, dat het lijkt alsof je het aan kunt raken?
Alter en Balcetis vroegen zich af of een aantrekkelijke plaats dichter bij voelt dan een onaantrekkelijke plaats, terwijl de afstand hetzelfde is. Ze vroegen zich ook af of het hebben van een levendig beeld van een plaats je de perceptie geeft dat die plaats dichterbij ligt, dan wanneer een levendig beeld ontbreekt. Hun hypothese was: omdat mensen selectief focussen op de aantrekkelijke aspecten van een locatie worden die locaties levendiger verbeeld, waardoor ze vervolgens als dichterbij worden ervaren dan locaties die onaantrekkelijker worden gevonden.
Ze formuleerden twee hypothesen. De positiviteits-nabijheids hypothese voorspelt dat hoe aantrekkelijker de locatie wordt gevonden, hoe dichterbij mensen denken dat die locatie is. De positiviteits-levendigheidshypothese voorspelt dat, wanneer er geen goede reden is om te focussen op iets negatiefs, mensen selectief focussen op de aantrekkelijke aspecten van een locatie, waardoor die locaties levendiger verbeeld worden dan de relatief onaantrekkelijke locaties.
In hun onderzoeken testten ze de positiviteits-nabijheidshypothese. Het resultaat was als verwacht: hoe enthousiaster de participanten waren over de locatie waar ze naar onderweg waren, des te nabijer ervoeren ze die locatie en hoe meer ze overschatten hoe ver ze al hadden gereisd om op die aantrekkelijke locatie te komen. Hoe minder aantrekkelijk de participanten de locatie waarnaar ze onderweg waren vonden, hoe verder weg ze inschatten dat die locatie nog was en hoe meer ze onderschatten hoe ver ze al gereisd hadden om op de onaantrekkelijke locatie te komen. Dus: als iets heel aantrekkelijk voor je is, schat je in dat het dichterbij is dan het daadwerkelijk is.
Ook testten ze de positiviteits-levendigheidshypothese. Het bleek dat levendigheid negatief gecorreleerd was met de perceptie van afstand. Dus hoe levendiger het beeld van een locatie, hoe dichterbij de locatie voelt. En mensen zijn geneigd om levendige beelden te creëren van iets dat ze aantrekkelijk vinden.
Dus, als je positief tegenover iets of iemand staat, heb je de neiging om een levendiger beeld van die persoon of dat object te creëren in je hoofd, waardoor je het gevoel krijgt dat het object of de persoon van je affectie dichterbij is dan die daadwerkelijk is.
Dit is interessant in combinatie met andere onderzoeken waaruit blijkt dat hoe dichterbij iets voelt, hoe meer we gemotiveerd en bereid zijn om iets te doen om het te bereiken. In de progressiegerichte aanpak creëren we een levendig beeld van de gewenste situatie en van het positieve gedrag van mensen in die gewenste situatie. Het effect is dat de gewenste situatie als heel dichtbij voelt en dat stimuleert om iets te gaan doen om de gewenste situatie te gaan bereiken.