Dit is niet normaal is de titel van het boek van Cass Sunstein, Amerikaans rechtsgeleerde. In zijn boek beschrijft hij hoe het perspectief op wat ‘normaal’ is onderhevig is aan verschuivingen en hoe dat proces van wat we (ab-)normaal vinden verloopt. Twee concepten die hij beschrijft zijn volgens mij interessant voor alle samenlevingen. Het eerste concept is schaamte-contractie en het tweede is schaamte-expansie.

Schaamte-contractie

Schaamte-contractie (opprobrium contraction) is het fenomeen dat wanneer gedrag in het algemeen slechter wordt, de dingen die eerst werden gezien als erg slecht nu gezien worden als een beetje onprettig of zelfs wel oké. Een eenvoudig voorbeeld: in een samenleving waar onderdrukking van groepen mensen steeds extremere vormen aanneemt zijn mensen geneigd om lichtere vormen van onderdrukking niet meer slecht te vinden of zelfs acceptabel te gaan vinden.

Schaamte-expansie

Schaamte-expansie (opprobrium expansion) is het fenomeen dat wanneer gedrag in het algemeen beter wordt, de dingen die eerst gezien werden als een beetje slecht nu gezien worden als vreselijk slecht en onacceptabel. Een eenvoudig voorbeeld: in een samenleving waar seksuele intimidatie sterk afneemt zijn mensen geneigd om lichtere vormen van seksuele intimidatie vreselijk slecht en verwerpelijk te gaan vinden.

Prevalentie-afhankelijke concept verandering

Deze fenomenen zijn bijvoorbeeld onderzocht door Levari. Menselijke oordelen zijn in sommige situaties afhankelijk van de sociale context. En onze oordelen worden beïnvloed door wat er beschikbaar is. Stel dat je bijvoorbeeld heel veel bolletjes ziet, sommige zijn blauw en andere paars. Hoe meer bolletjes paars worden en hoe minder bolletjes blauw blijven, hoe meer mensen geneigd zijn om paarse bolletjes blauw te noemen. Bolletjes die ze eerder als paars bestempelden, zien ze nu als blauw. Zeker wanneer de blauwe bolletjes op de grens van paars zitten vallen ze al snel in de categorie blauw (in vergelijking tot de vele paarse bolletjes) waar ze eerder paars werden genoemd (toen het aantal blauwe bolletjes groter was).

Moreel oordeel

Ons morele oordeel over bepaald gedrag is een product van wat we nog meer zien. Als er in toenemende mate heel veel slecht gedrag zichtbaar is, vinden we lichtere vormen van slecht gedrag wel meevallen. Als er in toenemende mate heel veel goed gedrag zichtbaar is, vinden we een beetje slecht gedrag al snel vreselijk slecht. Dit gaat vooral op in situaties waarin sprake is van vergelijkingen. Een licht boos gezicht in een zee van vriendelijke gezichten wordt gezien als vreselijk boos en datzelfde licht boze gezicht in een zee van agressieve gezichten wordt gezien als best aardig.

Progressie

Hoe veiliger en eerlijker een samenleving wordt, hoe meer oneerlijk en onveilig gedrag ons opvalt en hoe erger we het vinden. Samenlevingen kunnen zo veel beter functioneren dan vroeger terwijl de meeste mensen toch vinden dat het allemaal alleen maar slechter is geworden.

Op zich is dit trouwens minder erg dan het tegenovergestelde fenomeen: steeds slechter gedrag wordt geaccepteerd en normaal gevonden, omdat er zoveel slecht gedrag zichtbaar is. Hoe meer iemand als Thierry Baudet het heeft over Het Kartel en de media wegzet als fake news, hoe normaler mensen het gaan vinden en hoe meer mensen het zelfs goed gaan vinden dat ‘zijn geluid ook wordt gehoord’. Hoe meer Mark Rutte dingen onder de pet wil houden en geen openheid van zaken wil geven, hoe minder erg we de kleinere voorbeelden van de zogenaamde Rutte-doctrine gaan vinden. En zo kan een samenleving razendsnel afglijden. We hebben geen enkele garantie op (het behoud van) een goed werkende democratie. Daarvoor hebben we als samenleving een geijkt moreel kompas nodig en instituten en individuen die hun controlerende macht serieus nemen en in staat worden gesteld die uit te voeren. Dat is immers normaal?