Motivational Interviewing is een aanpak die volgens meerdere auteurs in lijn ligt met de zelfdeterminatietheorie. La Guardia , onderzoeker op het gebied van de zelfdeterminatietheorie, stelt dat er een paar verschillen zijn tussen MI en SDT (en dus met progressiegerichte gespreksvoering, waarin SDT-interventies gebruikt worden).

Inherente motivationele processen

Zowel MI als SDT gaan ervan uit dat er in mensen inherente motivationele processen gaande zijn. Mensen hebben de motivatie om te veranderen al in zichzelf en het werk van counselors is om de condities te creëren zodat deze motivatie gevoed wordt. SDT en MI delen hun wortels in Rogers’ humanistische filosofie. La Guardia ziet op vier gebieden verschillen tussen SDT en MI qua filosofie en proces.

1. Change talk

In MI exploreert de professional de redenen van de cliënt om tot verandering te komen. MI legt daarbij de nadruk op ‘change talk’, en gebruikt verandertaal. Hierbij gaat MI voorbij aan kwaliteit van de onderliggende redenen om te willen veranderen (vrijwillig of vanwege druk). In de MI benadering is elke beweging in de richting van verandering gelijk, want het einddoel is verandering. Maar, gezondheidsgedragingen worden vaak geïnitieerd door druk en externe eisen. Dus MI-technieken zoals het stimuleren van change talk zullen niet in lange termijn verbeteringen resulteren als de kwaliteit van motivatie niet vroegtijdig wordt geadresseerd, zoals bij SDT.

Doel is verandering

Ambivalentie ten aanzien van gedragsverandering is juist bij gezondheidsissues veel aan de orde. Mensen willen wel minder eten, maar toch ook weer niet. Mensen willen wel meer bewegen, maar zitten toch ook liever voor de TV. Vanwege dit dilemma lopen mensen vaak vast. De counseling stijl van MI is specifiek gericht op het handlen van deze ambivalentie, zegt MI. Maar, zo stelt La Guardia, als je naar de literatuur kijkt dan gaat MI juist om het beïnvloeden van keuze, specifiek in de richting van verandering.

Contradictie

En dus is er een fundamentele contradictie tussen de filosofie van MI en de technieken van MI (focus op change talk). Bijvoorbeeld; MI suggereert dat het negeren van uitingen van de cliënt dat hij zijn gedrag niet wil veranderen niet goed is omdat het de acceptatie van het perspectief van de cliënt onder druk zet. Maar tegelijkertijd is het doel van MI om de cliënt te laten kiezen voor verandering.

Niet veranderen

In SDT is het niet veranderen van gezondheidsgedrag een valide keuze die cliënten kunnen maken en die keuze is dan ook een fundamenteel onderdeel van de behandeling. In een MI behandeling kunnen cliënten zich onder druk gezet gaan voelen om hun gezondheidsgedrag te gaan veranderen, vanwege de focus op change talk. Dan worden de psychologische basisbehoeften van cliënten eerder ondermijnd dan vervuld.

2. Initiatie of duurzame motivatie

De expliciete focus van MI ligt op de initiatie van verandering. Hoewel in sommige publicaties wordt gesuggereerd dat counselors nadat de cliënt zijn bereidheid tot verandering heeft geuit de MI-technieken kunnen blijven gebruiken, ligt hierop in de huidige MI aanpak geen nadruk. SDT stelt dat je committeren aan verandering niet hetzelfde is als het daadwerkelijk doen en het volhouden. Daarom besteedt SDT aandacht aan alle motivaties van mensen om al dan niet te willen veranderen.

Autonome motivatie

SDT richt zich expliciet op het samenwerken met de cliënt om gecontroleerde motivatie te verminderen (druk van anderen en van jezelf) en autonome motivatie te versterken (hoe hangen de doelen van de cliënt met elkaar samen, hoe passen ze bij de waarden van de cliënt gedurende de gehele behandeling).

3. Competentie

Dat cliënten zich hebben gecommitteerd aan verandering betekent niet dat ze ook de competenties hebben of de relationele ondersteuning hebben om hun doelen op lange termijn te realiseren. In de SDT-behandelingen is er expliciete aandacht voor de sociaal-contextuele factoren die motivatie en welbevinden ondermijnen en ondersteunen. De cliënt functioneert in een sociaal systeem en de SDT-interventies betrekken dat sociale systeem nadrukkelijk in de verandering van de cliënt.

4. Mix van aanpakken na veranderbereidheid

Volgens MI is het oké om andere benaderingen te gebruiken, zoals cognitieve gedragstherapie, zodra de cliënt zich heeft gecommitteerd aan verandering. Veel andere benaderingen staan echter op gespannen voet met de uitgangspunten van SDT. Veel andere theorieën zeggen niks over de kwaliteit van motivatie van cliënten of werken met druk, beloning en straf (wat leidt tot gecontroleerde motivatie).

SDT-interventies

In de SDT-behandelingen wordt in alle fasen met de SDT-principes gewerkt en worden die niet losgelaten zodra de cliënt bereid is tot verandering. Wil de cliënt veranderen? Hoe kan de cliënt veranderen? Hoe kan de cliënt de veranderingen vasthouden? Hoe kan de omgeving van de cliënt behulpzaam zijn? Hoe kan de cliënt omgaan met anderen die hem al dan niet ondersteunen? Hoe kan de cliënt een hoge kwaliteit van motivatie ontwikkelen? Dat zijn vragen waar SDT-interventies een antwoord op zijn. La Guardia geeft dan ook de voorkeur aan SDT interventies boven MI interventies.