Het SMART-acroniem is problematisch. Swann et al (2022) beschrijven in hun onderzoeksartikel problemen met het acroniem SMART. Zo is er sprake van dubbele criteria, inconsistentie in waar de letters voor staan en onvoldoende specificatie waar bepaalde letters voor staan. Door het ontbreken van een specifiek onderliggend theoretisch kader, hebben verschillende auteurs ook de vrijheid genomen om te veranderen waar het acroniem SMART voor staat.

Dubbelop

De gangbare interpretatie van het SMART-acroniem is gebaseerd op de criteria Specifiek, Meetbaar, Haalbaar (in het Nederlands: acceptabel, waaronder allerlei dingen worden genoemd, zoals haalbaar maar ook draagvlak), Realistisch en Tijdsgebonden. Er is echter vaak overlap tussen de criteria binnen het SMART-acroniem. Zo zijn ‘meetbare’ doelen al ‘specifiek’, waardoor beide termen niet allebei nodig zijn. Evenzo verwijzen ‘realistisch’ en ‘haalbaar’ waarschijnlijk naar dezelfde ideeën. Hierdoor zijn twee van de vijf criteria in de gangbare interpretatie van het SMART-acroniem eigenlijk overbodig en kunnen ze verwarring veroorzaken bij mensen die doelen willen stellen die uniek aan elk criterium voldoen.

Geen consistentie

Mensen operationaliseren waar de letters SMART voor staan naar gelang hun eigen voorkeuren. Er bestaat momenteel geen enkele, algemeen geaccepteerde en consistent toegepaste benadering van SMART-doelen. Zo kan de R staan voor realistic, relevant, results-focused, recorded, en de A kan staan voor action-oriented, assignable, attainable, or achievable. Ook in het Nederlands komt dit voor. De A staat soms bijvoorbeeld voor aanvaardbaar of acceptabel, de R staat soms voor realistisch en soms voor relevant. Ook breiden mensen naar hartenlust het arconiem uit, zoals SMARTS en SMARTER. In SMARTS  staat de extra S voor “zelfbepaald” en in SMARTER staan de extra letters voor ethisch, enjoyable of evaluated).

Tijdgebonden

Naast overlap tussen de letters is er ook onvoldoende detail in bepaalde criteria. Dat is bijvoorbeeld het geval bij ‘tijdsgebonden’. Twee SMART-doelen kunnen bijna identiek geformuleerd zijn, maar uit empirisch onderzoek blijkt dat de ene effectief geformuleerd is (bijvoorbeeld een fysiek doel op basis van dagelijkse of op basis van dagelijkse-plus-wekelijkse doelen), terwijl de andere formulering dat niet is (bijvoorbeeld een fysiek doel alleen op basis van wekelijkse doelen). Bovendien is er weinig bewijs over de vraag of ‘tijdsgebonden’ doelen eenmalig gesteld moeten worden (bijv. ‘Ik streef ernaar om vandaag 10.000 stappen te halen’) of doorlopend (bijv. ‘Ik streef ernaar om elke dag 10.000 stappen te halen’), wat ook de effectiviteit van het doel kan beïnvloeden.

Het SMART-acroniem is problematisch

Het SMART-acroniem is problematisch is vanwege zijn dubbele criteria, inconsistentie in de interpretatie van de letters en het ontbreken van een onderliggend theoretisch kader. Swann et al. (2022) wijzen erop dat de termen binnen SMART vaak overlappen, zoals ‘specifiek’ en ‘meetbaar’ of ‘realistisch’ en ‘haalbaar,’ wat onnodige verwarring kan veroorzaken. Bovendien zorgt het gebrek aan standaardisatie ervoor dat mensen de betekenis van de letters naar eigen inzicht aanpassen, waardoor SMART-doelen hun consistentie en toepasbaarheid verliezen. Het acroniem wordt ook regelmatig uitgebreid met extra criteria, zoals bij SMARTS of SMARTER, zonder dat er empirisch bewijs is voor de effectiviteit van deze toevoegingen. Het criterium ‘tijdsgebonden’ is onvoldoende specifiek om consequent tot effectieve doelen te leiden. Kortom, de beperkingen van het SMART-model tonen aan dat het voor veel doeleinden niet de optimale methode is voor doelstellingen. Naast deze problemen is SMART ook niet wetenschappelijk. Er zijn betere aanpakken voor het formuleren van doelen beschikbaar.