Ik heb op dit blog al een aantal keer geschreven over het nieuwe handboek over positieve psychologie, zie bijvoorbeeld hier. Brown schrijft in hoofdstuk 12 van het Handbook of Critical Positive Psychology adviezen voor studenten die een studie volgen in positieve psychologie (Master of Applied Positive Psychology). Hij schrijft hierin een aantal aanbevelingen en waarschuwingen.

Psychologie is geen natuurkunde

Zoals de waarschuwing voor te stellige uitspraken op basis van psychologisch onderzoek (of dat nu positieve psychologie is of een ander domein van de psychologie), omdat psychologie niet dezelfde stellige conclusies kan opleveren als bijvoorbeeld de natuurkundige wetenschap of (in mindere mate) de biologische wetenschap. En de waarschuwing dat correlaties geen bewijs zijn voor causale verbanden.

Numerologie

Brown noemt sommige onderdelen van positieve psychologie niet meer dan moderne numerologie. Als voorbeeld haalt hij de positiviteitsratio aan. Er is geen consistente, algemeen geaccepteerde definitie van 1 unit van ervaring (positief of negatief) en het is de vraag of zoiets sowieso bestaat. Claims dat er een bepaalde positiviteitsratio zou bestaan, suggereert wel dat er een dergelijke algemeen geaccepteerde maatstaf is voor 1 unit van positieve ervaringen en 1 unit van negatieve ervaringen.

Discussie

Brown haalt drie andere concepten aan, waarvan hij het verstandig vindt om er een discussie over te voeren. De eerste is het onderzoek naar Mindset, het tweede is de Opwaartse Spiralen en het derde is Geluk. Alle drie de concepten vindt Brown onder positieve psychologie vallen.

Groeimindset

Over groeimindset is Brown kort. Hij vraagt zich af hoe kan het dat er sowieso mensen met een statische mindset de top kunnen bereiken als een groeimindset de sleutel tot succes is. Zie hier mijn gedachten daarover.

Opwaartse spiralen

Over opwaartse spiralen zegt Brown het volgende. Een opwaartse spiraal beschrijft wederzijds versterkende positieve uitkomsten. Een gemeenschappelijk thema is de kracht van positieve emoties. Als mensen positieve emoties ervaren, dan nemen ze een positievere levensstijl aan (meer fysieke activiteit, meer sociale interacties), die weer leiden tot verbeteringen in hun fysieke en psychologische gezondheid, wat weer leidt tot meer positieve emoties waardoor de opwaartse spiraal aan de gang blijft. Brown zegt dat er problemen zijn met het concept van opwaartse spiralen.

Parameters

Ten eerste missen er parameters in de opwaartse spiralen. Hoeveel ervaring van positieve emoties leidt tot 1 unit van verandering in gedragingen die tot welbevinden leiden?  Hoeveel uur van TV kijken moet vervangen worden door joggen of sociale interactie om een meetbare verbetering in gezondheidsuitkomsten te kunnen observeren? Hoeveel gezonder moet een persoon zijn om zich gelukkiger te gaan voelen? Wat is de tijdsspanne voor deze effecten? Als je beslist om een opwaartse spiraal te gaan starten door het gebruik van loving-kindness meditatie om positieve emoties te genereren, hoe lang duurt het dan voor je verbeterde welbevindgedragingen leiden tot betere psychologische en fysieke gezondheid, zodat de spiraal zichzelf in stand gaat houden?

Wanneer stopt de spiraal?

Ten tweede vraagt Brown zich af wanneer de opwaartse spiralen stoppen. Als twee ker per week bridgen een x aantal sociale connecties oplevert, waardoor je een unit van y gelukkiger wordt, en je een mate van z meer positieve emoties ervaart, moet je dan om de opwaartse spiraal nog verder opwaarts te laten ontwikkelen 3 keer per week gaan bridgen of er een boekclub bij nemen? Op een gegeven moment is het aantal uren in je dag op.

Waar zijn die mensen?

Ten derde vraagt Brown zich af waar al die mensen zijn die die opwaartse spiralen ervaren; mensen die de afgelopen tien jaar steeds gelukkiger zijn geworden, steeds meer vrienden hebben gekregen, steeds meer sociale activiteiten hebben ondernomen, steeds meer joggen op een dagelijkse basis en steeds hogere oxytocine niveaus hebben.

Geluk

Het derde concept dat Brown ter discussie stelt is wat hij noemt ‘de gelukstaart’. In de positieve psychologie wordt gesteld dat niet meer dan 10% van de variantie in het niveau van welbevinden van mensen wordt verklaard door omstandigheden en 50% in de variantie wordt verklaard door genen (het set point van geluk) en de overige 40% ligt in de handen van mensen zelf door de acties die ze kiezen.

Geluk

Hoe komt het dan dat mensen in Denemarken een 7,5 scoren op een schaal van 0 tot 10 en mensen in Togo een 3? Is er iets radicaal anders in de genetische makeup van mensen in Togo in vergelijking tot die in Denemarken? Of doen de mensen in Togo niet genoeg hun best? Of zou het misschien toch zo zijn dat veilig drinkwater, betaalbare gezondheidszorg, gratis onderwijs, betaalbare consumptiegoederen en bescherming van mensenrechten een iets grotere impact heeft op het geluksniveau dan 10%?
Een natuurkundige komt ook niet weg met de stelling ‘Licht gaat snel’, zo stelt Brown. We verwachten dan informatie over hoe snel. Medische wetenschappers komen ook niet weg met ‘dit medicijn helpt’, we willen graag weten hoeveel we ervan in moeten nemen om een bepaald positief effect te ervaren. Zonder duidelijke statements over de te verwachten grenzen en parameters, worden positieve psychologie theorieën al snel niet falsifieerbaar.

Wat denk jij van deze waarschuwingen van Brown?