Sisk et al hebben recentelijk een artikel gepubliceerd in Psychological Science waarin ze de resultaten van twee meta-analyses naar Mindset onderzoeken beschrijven. In deze post vat ik hun bevindingen samen. In deze post reflecteer ik op de bevindingen.

De onderzoeksvragen

De onderzoekers startten met twee onderzoeksvragen:

  1. De sterkte van de relatie tussen mindset en academische prestaties en de potentiële mediërende factoren
  2. De effectiviteit van mindset interventies voor academische prestaties en de potentiële mediërende factoren

Ze onderzochten deze twee vragen in twee meta-analyses. Ze bekeken daarbij de effectsterkte en de consistentie van de effectsterkte over diverse onderzoeken en ze betrokken potentiële modererende factoren met de bedoeling de Mindsettheorie empirisch te toetsen.

Van meer dan 15000 naar 129 en 29

Er waren heel veel studies niet geschikt om mee te nemen in de meta-analyses, waardoor er van de meer dan 15000 mindsetonderzoeken uiteindelijk 129 in meta-analyse 1 werden opgenomen en 29 in meta-analyse 2.

De modererende factoren

De modererende factoren die werden meegenomen waren:

  • het ontwikkelingsstadium: lagere school, middelbare school en volwassen onderwijs
  • de academische risicofactor: studenten die een vak niet hadden gehaald, studenten die naar een nieuwe school gingen of in een risicogroep zaten en studenten die geen risico liepen op schooluitval. Wat niet werd onderzocht was de relatie tussen geslacht en etniciteit, mindset en academische prestaties. De onderzoekers erkennen dat dit een belangrijke onderzoeksvraag is, maar geven aan dat ze niet genoeg data hadden om een moderator analyse te doen naar etniciteit en geslacht als risicofactoren.
  • Sociaaleconomische status: studenten die in aanmerking kwamen voor een lunch tegen een lage prijs of studenten die de lunch zelf moesten betalen
  • Academische prestatiemaat: gestandaardiseerde tests, examencijfer, cijfer voor het vak, en het gemiddelde of cumulatieve tentamencijfer
  • De interactie tussen ontwikkelingsstadium, mindset en gemiddeld of cumulatief tentamencijfer

De resultaten van meta-analyse 1

De resultaten van meta-analyse 1 zijn:

  • 157 van de 273 effect sizes waren niet significant (.12), 16 effect sizes waren significant maar negatief (dus groeimindset correleerde met slechtere academische resultaten) en 100 effect sizes waren positief significant (dus groeimindset correleerde met betere academische resultaten).
  • Er werd geen consistentie gevonden tussen de diverse onderzoeken, in plaats daarvan was er een heel sterke heterogeniteit. De modererende factoren konden deze heterogeniteit niet verklaren.

De resultaten van meta-analyse 2

De resultaten van meta-analyse 2 zijn:

  • 37 van de 43 effect sizes waren niet significant, 1 effect size was significant maar negatief (dus de groeimindset interventie correleerde met slechtere academische resultaten) en 5 effect sizes waren positief significant (dus de groeimindsetinterventie correleerde met betere academische resultaten)
  • In een groot deel van de onderzoeken werd niet gecontroleerd of de interventie de mindset van de studenten daadwerkelijk veranderde en in de studies waarin dit wel werd gecontroleerd bleek dat in bijna 50% daarvan de mindset van de deelnemers niet te zijn veranderd voor en na de interventie. Dus de interventie was geen effectieve manier om een groeimindset te stimuleren. Wat wel significante verandering van mindset opleverde was: interventies buiten de klassensituatie en als studenten groeimindset materiaal lazen.
  • Een deel van de experimentele studies voldeed niet aan de kwaliteitseisen die er aan goed experimenteel onderzoek worden gesteld.

Conclusies onderzoekers

De auteurs komen tot de volgende conclusies:

  1. De claims dat groeimindset interventies kunnen leiden tot grote winst ten aanzien van academische performance wordt door deze meta-analyses niet bevestigd.
  2. Studenten die het risico lopen uit te vallen en economisch achtergestelde studenten lijken het meeste baat te hebben bij een groeimindset en bij groeimindsetinterventies.
  3. Interactieve interventies lijken daarbij het meest veelbelovend.
  4. Er is enorme heterogeniteit in onderzoeksresultaten tussen de diverse onderzoeken, en er is nog geen goed zicht op welke modererende factoren die grote verschillen in effect verklaren.
  5. Er is een verschil in kwaliteit in de diverse onderzoeken. In elk experimentee onderzoek had men in elk geval moeten zorgen dat gecheckt voor een daadwerkelijke verandering in mindset.

In deze post vat ik mijn reflecties samen.

]