De laatste tijd zijn er twee artikelen verschenen waarin grootschalig mindsetonderzoek wordt belicht. Het ene artikel is momenteel onder revisie, maar de conclusies kun je hier lezen. Het andere artikel is gebaseerd op twee meta-analyses, welke je hier en hier kunt vinden.

Kritisch onderzoek is cruciaal

Als je de artikelen op deze site en mijn boeken hebt gelezen, zul je begrijpen dat ik buitengewoon geïnteresseerd ben in de onderzoeken naar groeimindset. Hoe enthousiast ik ook ben over Carol Dweck’s theorie en onderzoeken, als uit onderzoek zou blijken dat de groeimindsettheorie niet klopt dan stel ik mijn overtuigingen bij. Dus ik lees alles met de bereidheid om de groeimindsettheorie los te laten en die bereidheid geldt overigens voor alle theorieën waarvan ik kennis heb. Dus, hoe spannend ik het ook vind, ik ben blij met de meta-analyses die kritisch kijken naar de groeimindsettheorie, want ik wil mijn overtuigingen baseren op wat naar alle waarschijnlijkheid waar is.

Grootschalig mindset onderzoek

Uit het grootschalige mindsetonderzoek van Paunesku et al kwam dus dat de interventies inderdaad een groeimindset respectievelijk een sense-of-purpose opwekten bij de leerlingen. Wat interessanter is, is dat de schoolprestaties van de leerlingen die eerder het risico liepen uit te vallen, significant verbeterden na de interventie. Dat gold zowel voor de groeimindsetinterventie als voor de sense-of-purpose-interventie. Voor de groep leerlingen die zowel de groeimindsetinterventie als de sense-of-purpose-interventie hadden gekregen, was er geen sterker effect te zien dan voor de leerlingen die een van de twee interventies hadden gekregen. Deze grootschalige interventie is daarmee veelbelovend voor onderwijsinstellingen die zelf aan de slag willen met groeimindsetinterventies en sense-of-purpose-interventies.

Twee meta-analyses

Uit de twee meta-analyses kwam een minder positief beeld, namelijk dit:

  1. De claims dat groeimindset interventies kunnen leiden tot grote winst ten aanzien van academische performance wordt door de meta-analyses niet bevestigd.
  2. Studenten die het risico lopen uit te vallen en economisch achtergestelde studenten lijken het meeste baat te hebben bij een groeimindset en bij groeimindsetinterventies.
  3. Interactieve interventies lijken daarbij het meest veelbelovend.
  4. Er is grote heterogeniteit in onderzoeksresultaten tussen de diverse onderzoeken.
  5. Het is onduidelijk welke modererende factoren die grote verschillen in effect verklaren.
  6. In elk onderzoek zou in elk geval moeten worden gezorgd en gecheckt voor een daadwerkelijke verandering in mindset. Want in een groot deel van de onderzoeken werd na de interventie niet gecheckt of er sprake was van een verandering van mindset en in de studies waarin dat wel gebeurde bleek in 50% van de gevallen dat de mindset van de participanten niet was veranderd na de interventie.

Hattie

Uit de meta-analyses van John Hattie blijkt ook dat groeimindsetinterventies slechts een klein positief effect op academische prestaties hebben. Het verrast hem echter dat dat zo blijkt te zijn en hij vermoedt dat het met het volgende te maken heeft;  docenten blijven een statische mindset uitstralen en hebben en behandelen hun leerlingen ook in overeenstemming met een statische mindset. Ze plaatsen studenten nog steeds in vaardigheidsgroepjes, labellen ze als hoog-intelligent of juist niet, laten ze tests ondergaan die moeten aangeven welk IQ en welk onderwijsniveau ze hebben en aankunnen en praten met ze in termen van hun aangeboren talenten.

De groeimindsetinterventies hebben daarom weinig effect op de mindset van de studenten. Omdat studenten nog steeds een statische mindset hebben, zien we ook weinig effect van groeimindsetinterventies op academische prestaties, zo vermoedt Hattie.  We zouden met onze statische mindset structuren en sfeer in school niet verbaasd moeten zijn dat studenten gaan geloven dat hun intelligentie en vaardigheden aangeboren en relatief onontwikkelbaar zijn en dat wat ze kunnen bereiken afhangt van hun aangeboren intelligentie en talenten.

Deze conclusie van Hattie sluit aan bij de resultaten van meta-analyse 2, waaruit blijkt dat in ongeveer 50% van de onderzoeken de studenten hun statische mindset niet hadden veranderd in een groeimindset.

Tempelaar

Een andere interessante invalshoek komt van Tempelaar. Hij suggereert dat effort beliefs wellicht doorslaggevend zijn in de hele mix van Mindset overtuigingen. Uit onderzoek van Tempelaar komt een beeld naar voren dat je overtuigingen over het nut van inspanning veel bepalender zijn dan tot nu toe gedacht en dat die overtuigingen zelfs bepalender zijn voor je vervolggedrag (prestaties, doelkeuze, zelfregulerende strategieën, motivatie) dan je impliciete theorie over intelligentie en capaciteiten. De nadruk zou wat Tempelaar betreft dan ook moeten verschuiven van interventies die je impliciete theorie omtrent intelligentie en capaciteiten adresseren naar interventies die je overtuigingen omtrent het nut van en de rol van inspanning adresseren. Uit zijn onderzoek kwam dat effort beliefs sterkere voorspellers zijn van prestaties dan impliciete theorieën over intelligentie en capaciteiten.

Mindset Works en Dweck

Er is bij het schrijven van deze post nog geen reactie van Carol Dweck op de meta-analyses. Mindset Works liet me weten binnenkort met een reactie te komen. Een eerdere reactie van Carol Dweck kun je hier lezen. Zodra er reacties van hen zijn, schrijf ik op deze site er over. Hier kun je Coert Visser reflecties lezen nav eerdere kritiek op de groeimindsettheorie.

Dus

Het lijkt mij dat:

  1. overtuigingen over of het mogelijk is progressie te boeken (intelligenter te worden, capabeler te worden) je vervolggedrag (effectieve inspanning, effectieve leerstrategieën, hulp en feedback vragen, doorzetten bij tegenslag et cetera) bepalen en daarmee beïnvloeden wat je bereikt.
  2. die overtuigingen beïnvloed kunnen worden en het belangrijk is te weten welke interventies effectief zijn om een groeimindset te stimuleren.
  3. de grote heterogeniteit in onderzoeksresultaten een belangrijke aanleiding is om goed te onderzoeken wat wel en wat niet werkt mbt mindset en academische prestaties (welke modererende factoren spelen daarbij een rol, de rol van effort beliefs, en welk type interventie leidt daadwerkelijk tot een groeimindset en tot betere academische prestaties). Nu in bijna de helft van de onderzoeken waarin was gecheckt voor verandering van mindset, die mindset van de participanten niet veranderd was na de interventie, geeft dat aan dat bepaalde interventies wel en juist niet effectief zijn voor het stimuleren van een groeimindset.
  4. groeimindsetinterventies vooral effectief en belangrijk lijken te zijn voor studenten die risico lopen op school en dat is ook de groep die aandacht verdient willen we gelijke kansen creëren.
  5. de groeimindsettheorie interessant blijft om verder te onderzoeken en benutten op school, naast allerlei andere interventies die significant tot betere schoolprestaties blijken te leiden.

]