De afgelopen tijd heeft de positivity ratio van Barbara Fredrickson en Marcial Losada flinke kritiek gekregen. Die ratio zegt dat als we 3 positieve emoties ervaren tegenover 1 negatieve we kunnen floreren. Als we onszelf willen coachen is kennis over de rol van positieve emoties interessant.
Maar de positiviteitsratio van 3:1 blijkt niet op valide statistische gegevens gebaseerd te zijn. Brown et al zeggen dat de ratio de prullenbak in kan. Barbara Fredrickson reageert open op deze kritiek en benadrukt het belang van nader onderzoek naar die ratio. Zij wijst er ook op dat voor haar broaden-and-build theorie de positiviteitsratio geen hoeksteen is geweest.
Het feit dat positieve emoties allerlei voordelen heeft voor mensen blijft recht overeind staan, aldus Frerdrickson, ook als de positiviteitsratio niet klopt of zou kloppen.
Het bewijs nog even kort op een rij gezet:
1. Positieve emoties maken je bewuster van je omgeving, mensen nemen meer informatie op en contextuele informatie op dan wanneer zij negatieve emoties ervaren. Dit noemt Fredrickson het “ broaden effect”. Het effect is geconstateerd in gecontroleerde experimenten waarin visuele effecten en reactietijden zijn gemeten ( (Rowe, Hirsh, & Anderson, 2007 en (Wadlinger & Isaacowitz, 2006) en breinsscans zijn gemaakt waaruit bleek dat positieve emoties de blik van mensen verruimt (Schmitz, De Rosa, & Anderson, 2009).
2. Positieve emoties zorgen voor langdurige effecten. Mensen bouwen de vaardigheid op om zelf positieve emoties op te roepen in het dagelijks leven (e.g., Cohn, Fredrickson, Brown, Mikels, & Conway, 2009 en (Fredrickson, Cohn, Coffey, Pek, & Finkel, 2008; Kok etal., 2013). Dit leidt tot een versterking van cognitieve vaardigheden, zoals mindfulness, psychologische vaardigheden zoals het beïnvloeden van de omgeving, sociale vaardigheden zoals het opbouwen van positieve relaties met anderen en fysieke vaardigheden zoals afgenomen ziektebeelden.
3. Naast deze effecten hebben positieve emoties effect op het hart, op de cardiac vagal tone (Kok et al., 2013), wat een indicator is van fysieke gezondheid, harmonie met de sociale omgeving en gedragsflexibiliteit (Porges, 2003;Thayer & & Sternberg, 2006)
Fredrickson benadrukt dat de voorspellingen omtrent de positiviteitsratio noch het fundament zijn onder het broaden effect, noch het fundament zijn onder het build effect. Zij pleit ervoor het kind niet met het badwater weg te gooien. Geen bewijs voor een positiviteitsratio, wel bewijs voor het effect van positieve emoties.
Dus vooralsnog denk ik dit: hoewel we geen uitspraken kunnen doen over naar hoeveel positieve emoties we precies zouden moeten streven in ons leven, hebben positieve emoties allerlei voordelen voor onze fysieke en geestelijke gezondheid.