Een trainer die in zijn organisatie trainingen progressiegericht coachen verzorgt voor coaches in de organisatie, vroeg me een tijdje geleden tips om te oefenen met het uitvragen van eerdere successen. Welk pad kun je het best bewandelen wanneer je je gesprekspartner wilt helpen om eerdere successen te gaan zien en benutten voor de toekomst?
 
 

Eerdere successen

Er zijn altijd fluctuaties in de ernst van de problemen en in hoeveel last iemand ergens van heeft. Die fluctuaties zijn interessant. Progressiegerichte coaches zijn vooral geïnteresseerd in de positieve fluctuaties. Wanneer ging het al eens een beetje beter? Wanneer was het al eens een beetje minder erg? Een eerder succes is een situatie waarin de gewenste toestand (een beetje) te zien was. En een positieve uitzondering op het probleem is een situatie waarin het probleem zich niet of minder voordeed.

 

Stap 5 in de CPW zeven-stappenaanpak

Bij stap 5 van de zeven stappen aanpak gaat de aandacht uit naar hoe dat eerdere succes of die positieve uitzondering tot stand kwam, zodat de cliënt zicht krijgt op wat eerder heeft gewerkt. De eerdere successen en de uitzonderingen op het probleem zijn situaties waarin er iets goed of beter werkte voor de cliënt. Daarop zet de progressiegerichte coach graag het vergrootglas. Want door die situaties minutieus te analyseren, komt de cliënt op ideeën voor stapjes vooruit. En die ideeën komen voort uit zijn eigen ervaringen, en zijn daarmee bijzonder overtuigend. Deze ideeën versterken het gevoel van competentie van de cliënt, immers het zijn dingen die hij zelf in het verleden al eens heeft gedaan.

Lastig om eerdere successen te vinden

Het kan best lastig zijn voor cliënten om eerdere successen te vinden. De negativiteitsbias trekt onze aandacht immers eerder naar wat er mis gaat en waar we last van hebben, dan naar wanneer iets goed liep. De trainer die me de vraag stelde naar oefeningen in het uitvragen van eerdere successen, merkte in zijn trainingen dan ook regelmatig dat het coaches niet goed lukte om de eerdere successen boven tafel te krijgen. Als de cliënt dan op de eerdere successen-vraag antwoordde: “geen idee…., nee, het is eigenlijk nooit beter geweest”, dan wist de coach niet goed hoe hij verder kon. Dat is vaak het moment dat coaches dan toch maar tips en adviezen gaan geven, is mijn ervaring in onze trainingen progressiegericht coachen.

Vaardig doorvragen

Vaardig doorvragen bij stap 5 levert veel op. Om die vaardigheid te ontwikkelen, helpt het om kennis te verwerven over de werking van ons geheugen, de negativiteitsbias, hoe de gewenste situatie en de eerdere successen met elkaar verbonden zijn, hoe overtuigend eigen ervaringen zijn, het effect van het praten over eerdere successen op de perceptie van competentie et cetera. Naast het verwerven van kennis helpt het ook goed om te oefenen met het doorvragen op eerdere successen.
 
Hier zijn een paar dingen die je als trainer kunt doen, om coaches te laten oefenen met het uitvragen van eerdere successen:
 

Voorbereidingssuggestie

Je kunt als trainer de deelnemers ter voorbereiding op de trainingsdag de suggestie geven dat ze de komende week opletten op eerdere successen en positieve uitzonderingen ten aanzien van een kleine verbeterbehoefte die ze hebben. Je kunt ze vragen om van die eerdere successen een aantekening te maken en die aantekeningen mee te nemen naar de trainingssessie. Zo hebben ze al wat ervaring opgedaan en hebben ze input tijdens de trainingssessie. Je kunt in de trainingssessie dan in duo’s laten uitwisselen welke eerdere successen ze hebben opgeschreven en wat het letten op eerdere successen ze heeft opgeleverd. Vervolgens kun je plenair iets uitleggen over eerdere successen

Uitleggen

Naar aanleiding van een ervaring (ofwel door het oefenen met de zeven stappen ofwel door bovenstaande oefening of op wat voor manier dan ook) kun je de deelnemers iets uitleggen over eerdere successen. Bijvoorbeeld in het boek In Ontwikkel je Mindset staat de theorie bij de eerdere successen vraag. De bedoeling van de uitleg is dat de deelnemers kennis verwerven die gerelateerd is aan een eigen ervaring en dat ze een positieve verwachting krijgen dat hun cliënten ook met antwoorden zullen gaan komen als ze hen vragen naar eerdere successen.

Dialogen

Uitgeschreven dialogen vormen ook een goede oefening. Je schrijft als trainer dan eerst zelf een dialoog die herkenbaar is voor de deelnemers in je trainingsgroep waarin de coach naar eerdere successen vraagt en via de interventies de cliënt helpt op eerdere successen te komen. Als je klaar bent bent de dialoog, haal je alles wat de coach zegt weg. Nu heb je een dialoog waarin alleen staat wat de cliënt zegt en wat de coach zegt is leeg. Je geeft nu die dialoog aan de deelnemers in je groep en je laat ze in groepjes invullen wat  ze denken dat de progressiegerichte coach zegt. Vervolgens geef je ze de volledige dialoog en laat je ze vergelijken wat zij hadden bedacht en wat er in de uitgeschreven dialoog gebeurde. Tenslotte laat je ze reflecteren op nut en bruikbaarheid.

Deliberate Practice

Deliberate practice rondom eerdere successen ziet er zo uit: de trainer is de cliënt en speelt eerst dat hij geen eerder succes kan vinden (zie schema voor wat de deelnemers dan moeten inzetten), dan dat hij een eerder succes vindt dat niet relevant is in zijn eigen ogen (zie schema voor progressiegerichte interventies) en dan dat hij in het gesprek ook met doorvragen nog geen eerder succes vindt (zie schema voor interventies). De trainer is dan dus de cliënt en de groep zoomt direct in op het vragen naar eerdere successen.

 

 

 
 
 
 
 
 
 
 
 

Observatiesuggestie

Je kunt als trainer ook als huiswerksuggestie na afloop van de trainingssessie meegeven dat de deelnemers voor zichzelf de observatiesuggestie gaan uitproberen. Dus: ze gaan de komende weken opletten wanneer er een eerder succes of positieve uitzondering plaatsvindt met betrekking tot een kleine progressiebehoefte die ze zelf hebben. Dit is analoog aan de eerste tip, alleen nu na afloop van de trainingssessie in plaats van eraan voorafgaand.

]