In Doidge’s boek “the brain that changes itself” staat een interessant onderzoek van Posit science.Posit science is een organisatie die mensen helpt om de plasticiteit van hun hersenen te behouden als ze ouder worden en zo de mentale levensspanne te verlengen. Michael Merzenich stelt dat doordat oudere mensen niet meer intens leren, de systemen die in de hersenen aanwezig zijn om plasticiteit te modelleren, reguleren en controleren in verval raken. Door middel van gerichte breinoefeningen kan intens leren plaatsvinden bij ouderen en kun je leeftijdsgerelateerde cognitieve achteruitgang voorkomen.
Posit science publiceerde een onderzoeksartikel in de Proceedings of the National Academy of Sciences USA over een studie onder ouderen. De studie was als volgt opgezet.
Volwassenen in de leeftijd van 60 tot 87 werden een uur per dag getraind in het geconcentreerd luisteren. Ze moesten auditieve oefeningen doen, zoals een geluid oppikken in een ruis van geluiden. Als ze het juiste signaal hebben opgepikt werden ze “beloond” waardoor er dopamine en acetylcholine vrijkomt in het brein. Dat stimuleert het leren. De volwassenen doorliepen dit programma gedurende vijf dagen per week, over een periode van 8 tot 10 weken.
Voor de training hadden de volwassenen een normale gemiddelde score voor 70-jarigen op de standaard geheugentest. Na de training functioneerden ze op het niveau van 40 tot 60 jarigen. Velen draaiden de klok van hun geheugen zo’n tien jaar terug en sommigen draaiden de klok 25 jaar terug.
Deze verbeteringen waren na drie maanden nog steeds aanwezig en dus duurzaam. In hun hersenen was te zien dat er geen “metabolische achteruitgang” aanwezig was, iets wat in een typisch brein van mensen van die leeftijd wel te zien is. Deze groep mensen werd vergeleken met een groep mensen die de krant las en naar audioboeken luisterde of computerspelletjes deden. Deze tweede groep mensen verbeterde niet en in hun hersenen was wel de metabolische achteruitgang te zien.
Ook motorisch kunnen oudere mensen hun hersenen trainen om fit te blijven. Merzenich adviseert: kijk niet naar de grond als je de trap afloopt, gebruik geen stok om mee te lopen, maar dwing jezelf om te voelen waar je loopt en hoe je je balans kunt bewaren. Anders hoeven je hersenen geen werk meer te doen en ga je sneller achteruit. Als je jezelf dwingt om met je voeten te voelen waar je loopt ipv naar de grond te kijken, dan benut je de hersenplasticiteit om motorische kaarten te blijven maken.