Integer klimaat in de klas betekent dat spieken en jezelf beter voordoen dan je bent niet sociaal geaccepteerd is. In plaats daarvan is het in een integer klassenklimaat normaal om eerlijk te zijn over je prestaties en niet te spieken en bedriegen. Spieken en bedriegen komt heel veel voor op scholen en in de academische wereld.

Dat gedrag wordt al snel toegeschreven aan de persoonlijkheid van de bedrieger; iemand die spiekt heeft een oneerlijke persoonlijkheid. Maar is er sprake van invloed van de situatie op spiekgedrag?

Experimenteel onderzoek

Daumiller en Janke (2020) deden experimenteel onderzoek naar de situationele omstandigheden waarin studenten spiek- en bedrieggedrag laten zien. Voor de hypothese dat vooral personen die een prestatiedoelen-oriëntatie hebben de neiging hebben om te spieken en bedriegen is het bewijs niet overtuigend.

Doel-oriëntatie

In het onderzoek naar doel-oriëntaties wordt onderscheid gemaakt tussen leerdoelen, prestatiedoelen, benaderdoelen en vermijddoelen. Iemand die een leerdoelen-oriëntatie heeft is gericht op het proces van leren, progressie boeken, vaardigheidsontwikkeling en verbetering. Iemand die een prestatiedoelen-oriëntatie heeft is gericht op beter scoren in vergelijking tot anderen. Bij benaderdoelen probeert de persoon de betreffende gewenste uitkomst te bereiken. Bij vermijddoelen probeert de persoon te vermijden dat de betreffende gewenste uitkomsten niet worden behaald. Recentelijk zijn onderzoekers een ander relevant onderscheid gaan aanbrengen ten aanzien van de prestatiedoel-oriëntatie. De persoon kan gericht zijn op het demonstreren van zijn competentie aan anderen (uiterlijk vertoon) of gericht zijn op normatieve sociale vergelijking.

Drie hypothesen

De onderzoekers beredeneerden dat voor spieken en bedriegen zowel een bepaald type motivatie aanwezig moet zijn als bepaalde omstandigheden. Qua motivatie gaat het dan om een prestatiedoel in de zin van uiterlijk vertoon (goed voor de dag komen in de ogen van anderen). Qua omstandigheden gaat het dan om een sociale norm waarin spieken en bedriegen geaccepteerd is (iemand anders spiekt en bedriegt). De onderzoekers hadden drie hypothesen:

  1. Studenten die een prestatiedoel-oriëntatie hebben laten meer spiek- en bedrieggedrag zien
  2. Studenten die in een situatie zitten waarin anderen spieken en bedriegen (sociale norm) laten zelf ook meer oneerlijk gedrag zien
  3. Studenten die een prestatiedoel-oriëntatie hebben én die in een situatie zitten waarin anderen spieken en bedriegen gedragen zich nog oneerlijker dan in de eerste twee situaties

Onderzoek

In het experimentele onderzoek waren vier condities:

  1. een controle conditie,
  2. een conditie waarin de studenten een prestatiedoel-instructie kregen,
  3. een conditie waarin de sociale norm dat spieken en bedriegen normaal was werd gecreëerd
  4. en een conditie waarin zowel een prestatiedoel-instructie werd gegeven én de sociale norm werd gecreëerd dat spieken en bedriegen oké was.

Een proefpersoon in de prestatiedoel-conditie kreeg bijvoorbeeld te horen dat het heel belangrijk was dat hij een zo positief mogelijk beeld van zichzelf zou laten zien in een test (prestatiedoel-oriëntatie) en dat hij een beloning zou krijgen van de beoordelaar wanneer dat hem lukte.

Vervolgens liet de instructeur ‘per ongeluk’ de juiste antwoorden op tafel liggen terwijl hijzelf werd weggeroepen en de kamer verliet. Een andere student die in dezelfde ruimte dezelfde test maakte spiekte vervolgens wel of juist niet. Deze tweede student maakte dus deel uit van het onderzoeksteam en hield bij welk spiek- en bedrieggedrag de proefpersoon vertoonde bij het maken van de test.

Spieken betekende dat de proefpersoon de goede antwoorden die op tafel lagen bekeek. Bedriegen betekende dat de proefpersoon bepaalde vragen die hem slecht zouden doen overkomen oversloeg of onjuist beantwoordde.

Uiterlijk vertoon

Uit het experimentele onderzoek bleek dat er geen significant effect was op spieken in de prestatiedoelen-conditie of de sociale norm conditie. Dus proefpersonen die een prestatiedoelen-oriëntatie hadden waren niet meer geneigd om te spieken dan proefpersonen in de controle conditie. En proefpersonen die in een conditie zaten waarin de andere student spiekte bleken niet meer geneigd om te spieken dan proefpersonen in de controle conditie. Maar de combinatie van zowel prestatiedoel-oriëntatie én sociale norm dat spieken normaal is bleek wel een significant effect op te leveren. Proefpersonen die in die combinatie-conditie zaten spiekten significant meer dan proefpersonen in de controle conditie.

Proefpersonen die een prestatiedoel-oriëntatie hadden bedrogen meer dan proefpersonen in de controle conditie, en hierbij had de sociale norm geen invloed.

Iedereen doet het

Het hebben van een prestatiedoel bleek dus op zich niet tot meer spiekgedrag te leiden. Pas wanneer de sociale norm is dat spieken geaccepteerd en normaal is blijkt het hebben van een prestatiedoel-oriëntatie samen te gaan met meer spieken. Studenten die beter willen scoren dan anderen zijn niet automatisch ook meer geneigd om te spieken en bedriegen, maar wanneer hun peers spieken dan heeft dat wel invloed: ze spieken dan zelf ook meer. Voor bedrieggedrag (jezelf beter voordoen dan je bent) blijkt de sociale context niet zozeer van invloed te zijn.

Integer klassenklinaat

Dit onderzoek is interessant omdat het een nieuwe dimensie toevoegt aan het bestaande onderzoek naar het effect van prestatiedoelen: de invloed van de sociale norm. Onderzoek van Ajzen laat ook zien dat de sociale norm een van de vier draaiknoppen is voor het beïnvloeden van de intentie om bepaald gedrag te vertonen en ondersteunt die aanvullende onderzoeksinvalshoek dus.

Het is dus belangrijk om de omstandigheden waaronder prestatiedoelen leiden tot spieken in ogenschouw te nemen. In een klas waarin het de norm is dat je je integer gedraagt stimuleert het hebben van een prestatiedoel-oriëntatie geen spiekgedrag. Spieken wordt een logische en acceptabele strategie wanneer je ziet dat anderen spieken oké vinden en het acceptabel gedrag vinden. Die anderen zullen je immers niet veroordelen wanneer je spiekt, als ze het zelf ook doen. Docenten kunnen zorgen dat er een leetdoelenklimaat ontstaat in de klas en daarnaast is aandacht voor een integer klimaat in de klas dus van belang.