Heeft Klazien een brood gestolen omdat ze een dief is en een oneerlijk persoon is of heeft ze een brood gestolen omdat ze honger had? Mensen zijn geneigd om verklaringen te proberen te vinden voor iemands gedrag. Bij de eerste verklaring heeft Klazien een brood gestolen omdat ze zo’n type is, bij de tweede verklaring heeft ze een brood gestolen vanwege haar situatie (honger). De eerste verklaring getuigt van een statische mindset en de tweede van een groeimindset. Een statische mindset ten aanzien van menselijk gedrag wordt gekenmerkt door de overtuiging dat persoonlijkheid een statisch geven is. Mensen die op die manier denken over persoonlijkheid geven een zwaar gewicht aan informatie over de persoonlijkheid en karaktereigenschappen bij het begrijpen en voorspellen van gedrag van die persoon. Mensen die ervan uitgaan dat persoonlijkheid ontwikkelbaar is hechten minder belang aan informatie over de karaktereigenschappen. Wat zijn de verschillen tussen een statische mindset ten aanzien van gedrag van mensen en een groeimindset daaromtrent?
1. Mensen met een statische mindset hechten meer waarde aan informatie over karaktereigenschappen voor het begrijpen en voorspellen van gedrag. Ze stellen ook meer vragen naar informatie over het karakter van een persoon.
2. Mensen met een statische mindset zien een beperkte hoeveelheid informatie over het gedrag van iemand als indicatie van de vaststaande persoonlijkheid van die persoon. Dus gedrag op een bepaald moment kan gegeneraliseerd worden omdat het gedrag veroorzaakt wordt door het vaststaande karakter van de persoon.
3. Als mensen met een statische mindset informatie hebben over de karaktereigenschappen van een persoon gaan ze uit van gedrag in de toekomst dat consistent is met die karaktereigenschappen. Zowel in de tijd als over diverse contexten.
4. De impliciete theorie (statisch, groei) die iemand heeft hangt causaal samen met sociale oordelen. Dus mensen die een statische mindset hebben, hebben sterkere oordelen over de persoonlijkheid van iemand en diens toekomstig gedrag, dan mensen die een groeimindset hebben. Mensen met een groeimindset zien gedrag van iemand als gedrag dat in de situatie en context optrad en beïnvloed is door allerlei factoren, waaronder de gemoedstoestand van de persoon en niet als een bewijs voor een bepaald persoonlijkheidstype.
Mensen met een statische mindset gebruiken hun indruk van de persoonlijkheid van iemand anders als heuristiek: hun beslissingen en sociale oordelen zijn gebaseerd op hun indruk van de persoonlijkheid van de ander. Eens een dief, altijd een dief.
Dat de impliciete theorie die iemand heeft een causaal verband heeft met diens beslissingen en sociale oordelen, is relevant in allerlei contexten. Bijvoorbeeld in de context van de rechtbank en in landen waar een jury zich uitspreekt over de (on)schuld van een verdachte. Maar ook in werkcontexten. Een leidinggevende die een statische mindset heeft ten aanzien van de persoonlijkheid van medewerkers beoordeelt medewerkers sneller naar het consistente beeld dat hij heeft van de persoon en verwacht gedrag van de medewerker dat consistent is met dat beeld. En een teamlid dat een groeimindset heeft ten aanzien van de persoonlijkheid van zijn collega’s gaat ervan uit dat investeren in verbeterde samenwerkingsrelaties iets kan opleveren in plaats van dat hij denkt dat zijn collega’s nu eenmaal zijn zoals ze zijn en zo zullen blijven. En in een huwelijk of liefdesrelatie ben je bereid om je partner een nieuwe kans te geven als je ervan uit gaat dat gedrag contextafhankelijk is in plaats van een bewijs van onveranderbare karakterfouten.
Deze post is gebaseerd op onder andere dit onderzoeksartikel van Carol Dweck et al.