Intrinsieke motivatie en geïnternaliseerde extrinsieke motivatie zijn beide van hoge kwaliteit en er is sprake van een boeiend samenspel tussen die vormen van motivatie.

Interessant en nuttig

Als je intrinsiek gemotiveerd bent voor een activiteit, vind je de activiteit interessant en leuk om te doen en voelt ermee bezig zijn als spelen. Als je geïnternaliseerd extrinsiek bezig bent met een activiteit, vind je de activiteit belangrijk of waardevol omdat het doen ervan iets goeds oplevert, maar je vindt het niet leuk of interessant.

Geinternaliseerde motivatie en academisch succes

Knoester en Loisier toonden aan in een onderzoek onder studenten die de transitie doorgaan naar de universiteit, dat geïnternaliseerde extrinsieke motivatie een betere voorspeller was van goede studieresultaten en weinig stress en spanning dan intrinsieke motivatie. Hier kun je daar meer over lezen.

Deliberate practice altijd geinternaliseerde motivatie?

Een vraag waar ik al een tijdje over nadacht is de vraag: kan deliberate practice samengaan met intrinsieke motivatie? In eerste instantie lijkt het antwoord wellicht eenvoudigweg ‘nee’. Intrinsieke motivatie draait immers om wat je leuk en interessant vindt, terwijl deliberate practice niet inherent leuk is maar juist erg belastend en gericht op een waardevolle opbrengst (beter worden in de activiteit). Bijvoorbeeld: als je zingen erg interessant en leuk vindt om te doen, dan ben je er intrinsiek voor gemotiveerd. Als je vervolgens deliberate practice oefeningen doet om beter te worden in je zangtechniek, tap je dan uit geïnternaliseerde extrinsieke motivatie of is het nog steeds intrinsieke motivatie?

Fantasie: het leuk maken

Knoester en Losier geven hier een interessant antwoord op. Zij schrijven dat activiteiten die je onderneemt vanwege de positieve opbrengst ervan (geinternaliseerde extrinsieke motivatie) tegelijkertijd leuk en interessant kunnen worden wanneer je er bijvoorbeeld een fantasie-aspect aan toevoegt of uitdagende korte termijn doelen aan toevoegt. Wanneer je dat doet, ben je, terwijl je de activiteit doet, intrinsiek gemotiveerd en geïnternaliseerd extrinsiek gemotiveerd.

Een kind dat bijvoorbeeld huishoudelijke klusjes moet doen en daar wel de waarde van ziet maar het niet leuk vindt, is in principe geïnternaliseerd extrinsiek gemotiveerd voor het huishoudelijke klusje. Maar als het kind er een fantasie bij bedenkt, wordt datzelfde huishoudelijke klusje iets leuks en interessants en is hij zowel intrinsiek gemotiveerd als geïnternaliseerd extrinsiek gemotiveerd.

Samenspel van motivatie-typen

Deliberate practice kan dus ook iets worden dat je als leuk en interessant ervaart en waarvoor je intrinsiek gemotiveerd bent, terwijl je tegelijkertijd de waarde en het belang ervan ziet en er dus geïnternaliseerd extrinsiek voor gemotiveerd bent.

Trainingen progressiegericht werken