Helen Pluckrose, James A. Lindsay and Peter Boghossian beschrijven in dit artikel de uitkomsten van een project dat veel stof heeft doen opwaaien. Kort samengevat hebben zij met opzet in vooraanstaande wetenschappelijke journals neponderzoeksartikelen gepubliceerd. Hun bedoeling hiermee was om een ontwikkeling aan de kaak te stellen in de zogenaamde ‘griefstudies’ die zij zeer schadelijk vinden.

‘Griefstudies’

De griefstudies hebben gemeenschappelijk dat er sprake is van een bepaalde verontwaardiging ten aanzien van maatschappelijke fenomenen (ongelijke behandeling van rassen, vrouwen, donkere mensen bijvoorbeeld). Hand in hand met deze grieven gaat een overtuiging van het radicaal sociaal constructivisme. Kort gezegd wordt er vanuit gegaan dat de werkelijkheid zoals wij die ervaren niet meer is dan sociale constructies en dat deze constructies worden beheerst door machtige groepen (witte mannen) en dat deze constructies ten koste gaat van minderheden.

Radicaal sociaal constructivisme

Ook ligt aan het radicaal sociaal constructivisme het idee ten grondslag dat wetenschap geen betere manier is om de objectieve werkelijkheid te leren kennen dan niet-wetenschappelijke, traditionele, religieuze, ideologische of magische benaderingen. Wetenschap is inherent sexistisch en racistisch en de ‘Westerse’ filosofische traditie is problematisch omdat het ratio boven emotie plaatst, logica boven openbaringen en wetenschappelijke nauwkeurigheid boven solipsisme.

Schade

Om aan te tonen dat deze overtuigingen een tendens van onwetenschappelijkheid en maatschappelijke schade aan het veroorzaken zijn, startten de drie hun project. Ze schreven ongeveer elke 13 dagen een ‘wetenschappelijk’ artikel met onderwerpen zoals:

  • Hondenparken zijn plekken waarmee een verkrachtingscultuur kan worden onderzocht, en waarmee mannelijke attitudes ten opzichte van verkrachting en systematische onderdrukking kan worden gemeten. De inzichten kunnen we gebruiken om mannen te trainen (zoals we honden trainen) hun tendens tot seksueel geweld en seksisme los te laten.
  • Slechts de onderdrukkende culturele normen ten aanzien van spieren en vet zorgen ervoor dat de maatschappij spierkracht bewondert en vetzucht niet. Daar kunnen we wat aan doen door activisme ten gunste van vetzucht.
  • Als mannen masturberen terwijl ze denken aan een vrouw, is dat feitelijk verkrachting van de betreffende vrouw. De definitie van seksueel geweld zou daarom verruimd moeten worden, zodat ook het denken aan seks met een vrouw hieronder valt.
  • Mannen moeten worden aangemoedigd om zichzelf met anale seks toys te penetreren zodat ze minder homofobie ontwikkelen en feministischer worden.

Wil je meer schokkend/hilarische ‘wetenschappelijke’ artikelen lezen, kijk dan hier.

Shockerend

Het shockerende aspect zit niet alleen in de (m.i.) absurde onderwerpen, maar vooral in de hoge acceptatiegraad van hun artikelen in vooraanstaande peer-reviewed journals. Het artikel over het hondenpark won zelfs een prijs. Het goede nieuws is: de drie moesten hun project voortijdig stop zetten, vanwege de reactie van Real Peer Review. De auteurs concluderen dat er een groot probleem bestaat in de kennisontwikkeling in bepaalde delen van de humanities, en dat aan die problemen het radicale constructivisme en de radicale scepsis ten grondslag liggen.

Wat nu

Onderwerpen zoals ras, gender, sexualiteit, cultuur en maatschappij worden op een ideologische manier onderzocht en de wetenschappelijke nauwkeurigheid is ver te zoeken. De auteurs pleiten ervoor dat alle universiteiten gaan onderzoeken of hun research wetenschappelijk kennis voortbrengt of deels gebaseerd is op ideologie en radicaal constructivisme. Want het gedegen onderzoek doen op het gebied van ‘ras’, gender en seksualiteit is maatschappelijk gezien belangrijk, zeggen de drie. Het produceren van onzin, die vervolgens als kennis de maatschappij in wordt geslingerd, is schadelijk. Want hoewel veel mensen de wetenschappelijke studies niet zullen lezen, sijpelt de ‘kennis’ wel door naar de samenleving. Een voorbeeld is het onderzoek naar ‘wit privilege’; witte mensen zijn zo gewend aan hun privileges dat ze zich gedragen als kleine verwende kinderen wanneer hun privileges worden bedreigd. Een wetenschappelijk artikel uit 2011 dat tot een boek leidde in 2018.

Stof tot nadenken

Op deze site en in mijn boeken Progressiegesprekken en Creating Progress schreef ik over het belang om wetenschap te benutten als leidraad in ons handelen en in onze gesprekken en om onderscheid te maken tussen beter en slechter, meer en minder feitelijk correct en waar. Zie bijvoorbeeld ook hier. Vorige week was ik uit nieuwsgierigheid naar het nieuwe initiatief ‘Vrij Links’, op een bijeenkomst van D’66 en Vrij Links en de inleider van D’66 begon met de stelling: ‘Mensen verschillen van elkaar en ieder heeft zijn eigen waarheid‘. Die stelling werd zonder morren geaccepteerd door de zaal.

Dichtbij de waarheid

Ik denk dat het belangrijk is om dergelijke stellingen te blijven tegenspreken. Mensen kunnen verschillen van mening, maar het kenmerk van ‘waarheid’ is dat het feitelijk klopt. Gelukkig zijn er talloze voorbeelden te geven van ‘wat meer of minder waar is, meer of minder overeenstemt met de werkelijkheid’. Wetenschappelijk onderzoek moet bijdragen aan het vinden van kennis over de werkelijkheid. Daarom sta ik ambivalent tegenover dit project van de drie auteurs. Ik vind het goed dat malafide praktijken aan de kaak worden gesteld, maar de artikelen met nepkennis die nu zijn gepubliceerd zouden nog wel eens een eigen leven kunnen gaan leiden. Sommige lezers van deze nepartikelen komen er misschien nooit achter dat het een hoax is. Ik denk dat ik meer sympathie heb voor de taak die de drie zichzelf nu hebben gesteld: vanaf nu nieuwe onderzoeksartikelen kritisch bestuderen en het aan de kaak stellen wanneer er onzin wordt verkondigd.

]