Soms gaan mensen nog voor een interactie is gestart er al van uit dat de ander wel negatief, ongeïnteresseerd of ongemotiveerd zal zijn. Dat kan zijn gebaseerd op negatieve ervaringen met de ander, met een stereotype beeld dat men van de ander heeft of met een negatieve verwachting ten aanzien van de situatie waarin men de ander treft. Zo kunnen docenten een negatieve verwachting hebben ten aanzien van de motivatie van leerlingen. Ze kunnen voor ze een klas hebben gezien er al vanuit gaan dat de leerlingen wel niet zullen willen werken.
Ik herinner me nog van mijn middelbare schooltijd dat een docent de eerste les van het schooljaar zo startte. Hij kwam dreigend af op de leerling op de eerste rij en blafte die leerling toe:”WAT KOM JIJ HIER DOEN?!” De leerling hakkelde en stotterde, eh…eh…tot hij uiteindelijk doorhad dat wat de docent wilde dat hij zou zeggen:”Duits leren, meneer”. Vervolgens ging deze docent elke leerling in de klas af, hing over het tafeltje heen, keek de leerling recht in de ogen en zei op telkens dezelfde barse, autoritaire toon:”WAT KOM JIJ HIER DOEN?!” Later heb ik deze docent nog wel eens gesproken. Hij vertelde me toen dat hij de eerste les altijd heel streng startte, zodat de schrik er goed in zou zitten, dan was hij de rest van het jaar verzekerd van een gedisciplineerde klas en kon hij later wel aardiger doen tegen de leerlingen. Deze docent bereikte in die eerste les echter twee dingen tegelijkertijd. Ten eerste een hekel aan hem en een grote angst om iets te vragen of zeggen in de klas. Ten tweede een aversie tegen het leren van Duits. De docent ging er van uit dat de leerlingen onder druk gezet moesten worden omdat ze vanuit zichzelf niet zouden willen werken. De leerlingen gingen zich dan ook precies zo gedragen als de docent had verwacht: ze werkten alleen als de docent als een boeman controleerde, maar stopten met leren zodra ze ermee weg kwamen.
Vandaag hoorde ik een leerling op een middelbare school zeggen:”Ik heb een zelf gekocht Frans boek dat ik in de zomervakantie las meegenomen naar de les, en op mijn tafeltje gelegd. Ik hoop dat de docent het heeft gezien en nu eindelijk eens begrijpt dat ik WEL gemotiveerd ben om Frans te leren!” Deze leerling zocht naar manieren om zijn docent ervan te overtuigen dat hij echt wel gemotiveerd was.
Wat mensen verwachten van een ander, bepaalt hoe ze met die ander communiceren en daarmee hoe die ander gaat reageren. Word je behandeld als ongemotiveerd, dan moet je wel heel gemotiveerd zijn om toch nog je best te gaan doen. Word je als ongemotiveerd behandeld, en gedraag je je ongemotiveerd, dan kan de docent concluderen:”Zie je wel, ze willen gewoon niet leren”. En in reactie daarop nog wat strenger worden. Maar wat is de oorzaak en wat is het gevolg? Zijn leerlingen ongemotiveerd of worden ze het door de manier waarop ze worden toegesproken? Vaak dat laatste, denk ik.