Onderzoeken tot op heden hebben vooral geconcludeerd dat als mensen intensief bezig zijn met muziek, dat dit te zien is in bijvoorbeeld de grootte en activiteit in bepaalde delen van het brein. De onderzoekers Burunat et al vroegen zich af of er ook breinplasticiteit plaatsvindt tussen verschillende breindelen. Want intensief bezig zijn met muziek vraagt iets van meer dan alleen de motorische breinstructuren. Het doet bijvoorbeeld ook een beroep op de visuele cortex, de sensorische breinstructuren, prefrontale cortex. Dus wat al bekend was is dat muzikale training leidt tot sensorische en motorische neuroplastische veranderingen in ons brein. Er is bijvoorbeeld een vergrootte corpus callosum in muzikanten en een asymetrische somatomotorische representatie in het brein van snaarspelers.
De onderzoekers onderzochten, geïnspireerd door deze kennis, naar de relatie tussen muzikale training, de anatonomie van de callosal en de interhemispherische functionele symmetrie als mensen naar muziek luisteren. Het blijkt dat muzikanten die naar muziek luisteren veel meer symmetrie laten zien in hun beide hersendelen. Dus beide hersenhelften laten dezelfde activiteit zien bij muzikanten, terwijl dat bij niet muzikanten veel minder het geval is. In het brein van pianospelers is daarnaast meer symmetrische activiteit te zien dan in die van snaarspelers.
Deze toegenomen functionele symmetrie was te zien in zowel de visuele cortex als in de motorische brein netwerken. De onderzoekers concluderen dat deze duidelijke verschillen in brein symmetrie tussen muzikanten en niet muzikanten als ze naar muziek luisteren suggereert dat motorische training muziekperceptie beïnvloedt.
Intensief bezig zijn met muziek leidt dus tot breinplasticiteit, waarbij de beide hersenhelften beter met elkaar gaan communiceren en er meer symmetrische activiteit te zien is.