Zingen heeft een positief effect op mensen. Hier zijn een paar voorbeelden van onderzoeken waaruit dat blijkt:

Positief effect op je stemming

Zingen heeft een positief effect op je stemming, zo blijkt uit onderzoek van Unwin, Kenny en Davis. In een experimenteel onderzoek luisterde een groep participanten naar een andere groep zingende participanten. De stemming van alle participanten werd gemeten direct voor en direct na de zangsessie en een week later opnieuw. Spanning, boosheid, vermoeidheid, verwarring en energie bleken significant te zijn verbeterd, voor en na de sessie en na een week, zowel voor de luisteraars als voor de zangers. Deze effecten waren robuuster voor de zangers dan voor de luisteraars.

Psychologisch positief effect van zingen

In een andere studie van Sanal werd zowel het psychologisch effect als het fysiologisch effect van zingen gemeten. Een groep participanten kreeg een koorles gedurende een uur, een andere groep participanten kreeg ongestructureerde vrije tijd. Speeksel amylase nam af in de groep die zong, en nam toe in de groep die niet zong, hoewel dit effect achteraf door baseline verschillen tussen beide groepen niet als bewijs kan worden gezien van het positieve effect van zingen op speeksel amylase. De groep zangers had na het zingen een positievere stemming en was minder angstig dan de controlegroep. Deze psychologische effecten waren wel bewijs dat zingen een positief psychologisch effect heeft.

Kwaliteit van leven na kanker verhoogt door zingen

Een pilot onderzoek naar kwaliteit van leven en longfunctie voor en drie maanden na het zingen in een koor bij mensen die kanker hadden overleefd en hun verzorgers, toonde aan dat er psychologische en enkele fysieke verbeteringen plaats vonden. De participanten voelden zich vitaler, functioneerden sociaal beter, hadden betere mentale gezondheid en ervoeren minder fysieke pijn. Ze waren ook minder angstig en depressief, hoewel ze zich niet minder moe voelden. De spirometrische metingen van de longfunctie (longcapaciteit) waren onveranderd, maar er was een toegenomen MEP (ademspierkracht). De participanten voelden zich opgewekt en hadden meer zelfvertrouwen en eigen waarde.

Breinactiviteit tijdens het zingen

In een onderzoek van Jeffries werd PET technologie gebruikt om te kijken naar de verschillen in breinactiviteit wanneer participanten de woorden van een bekend liedje zongen of uitspraken. Relatieve toename van activiteit wanneer de persoon spreekt versus zingt was te zien in de linker hemisfeer (in de klassieke perisylvian taalgebieden inclusief de posterior temporale gyrus, de supramarginale gurys en de frontale operculum en ook in Rolandic cortices en putamen). Wanneer de persoon zong was de rechter hemisfeer actiever (vooral in de rechter anterior superior temporal gurys en de insula. en ook de de rechter anterior middle temporal gyrus en superior temporal sulcus, medial en dorsolateral prefrontal cortices, mesial temporal cortices en cerebellum, en ook in de Rolandic cortices en de nucleus accumbens). Deze resultaten tonen aan er meerdere neurale netwerken betrokken zijn bij zingen (meer dan bij spreken) en bij verschillende aspecten van het zingen. Zingen kan dan ook helpen bij mensen die stotteren.