Er is veel bekend over wat expertdirigenten onderscheid van minder goede. In het boek Psychology for musicians, understanding and acquiring the skills zoomt een hoofdstuk in op het onderzoek naar expert dirigenten en docenten. Een paar kenmerken van succesvolle dirigenten en docenten vat ik hier samen.

Relatie

Het type relatie dat de dirigent aangaat met zijn leerling beïnvloedt het leerproces van de leerling. Een relatie die zich kenmerkt door wederzijds respect en uitwisseling van ideeën leidt ertoe dat de leerling hogere niveaus bereikt in de voorbereiding en uitvoering van zijn muzikale performance, dan een relatie die zich kenmerkt door eenzijdige communicatie waarbij de docent zich uitsluitend opstelt als expert en kennis overdraagt.

Mentor-friend

In de onderzoeksliteratuur wordt onderscheid gemaakt tussen de master-apprentice relatie en de mentor-friend relatie. In de master-apprentice relatie is het de rol van de docent om zijn leerlingen te vertellen over zijn ervaringen en om hun eigen vaardigheid te demonstreren. De leerling gaat in dit model het gedrag van de docent kopiëren. In de mentor-friend relatie is de rol van de docent om het experimenteren door de leerling te faciliteren en om muzikale ideeën aan te dragen. De leerling heeft meer bijdrage aan de les en is actief en het resultaat is dat hij zich autonomer voelt. Dat leidt tot een hogere kwaliteit van motivatie. Expert dirigenten en docenten switchen tussen beide rolinvullingen, met een veel sterkere nadruk op de mentor-friend relatie.

Warm en uitdagend

Performers die heel succesvol zijn geworden, rapporteren dat hun eerste docent vooral warm en ondersteunend was en hun latere docenten meer kritisch en uitdagend. Dat komt overeen met onderzoek waaruit blijk de feedbackbehoefte van een leerling verandert naarmate hij beter wordt (sta je nog aan het begin van het leren van een vaardigheid dan werkt het motiverend om te horen wat je al goed doet, ben je al ver gevorderd in het leren van een vaardigheid dan werkt het motiverend om te horen wat je nog moet verbeteren, zie ook hier).

Korte instructies inclusief beelden

Het gedrag en de strategieën van minder vaardige dirigenten verschilt van die van experts. Expert docenten en dirigenten geven verbale instructies die duidelijk gerelateerd zijn aan de kenmerken van de muziek en incorporeren metaforen en beelden in hun instructie. Nog belangrijker is het dat expert dirigenten veel minder aan het woord zijn dan minder vaardige. Minder vaardige dirigenten en docenten hebben meer woorden nodig om iets duidelijk te maken en die tijd gaat af van het oefenen door de leerlingen.

Complete instructiecycli

Een ander belangrijk kenmerk van expert dirigenten en docenten is dat zij complete instructiecycli afmaken, terwijl minder effectieve docenten niet alle stappen van de instructiecyclus doorlopen. De instructiecyclus gaat zo. De dirigent presenteert een performance taak aan de leerlingen, direct opgevolgd door het uitvoeren van die taak door de leerlingen, direct opgevolgd door specifieke feedback van de dirigent op de uitvoering van de taak.

Stap 1. performance taak aanreiken

Effectieve dirigenten geven een duidelijke performance taak, minder effectieve praten over in het algemeen over de muziek zonder er een specifieke performance taak aan te verbinden.

Stap 2. uitvoering van de performance taak met frequente stops

Effectieve dirigenten en docenten gaan snel aan de slag met het laten uitvoeren van de performance taak, de leerlingen zijn heel actief aan het oefenen. Minder effectieve praten veel en de leerlingen zijn veel minder actief bezig. Expert dirigenten brengen een sterk element in van drillen en herhaling in hun repetities. Een orkest of koor kan zijn kwaliteit verhogen door veelvuldige herhaling. Expert dirigenten onderbreken de muzikanten vaker dan minder effectieve dirigenten, maar hun onderbrekingen duren veel korter omdat ze heel efficiënt zijn in hun instructies.

Stap 3. Specifieke feedback

Effectieve dirigenten maken twee keer zo vaak de volledige instructiecyclus af dan minder effectieve dirigenten. Dat betekent dat ze direct specifieke feedback geven nadat de leerlingen de taak hebben uitgevoerd. Die laatste stap laten minder effectieve dirigenten vaak weg. Ze geven geen feedback of te generieke feedback (‘dat klonk beter’ of ‘hmm, niet zo goed’).

Training en ervaring

Expert dirigenten zijn niet zo als zodanig geboren. De persoonlijke kwaliteiten die kenmerkend zijn voor effectieve dirigenten en docenten worden verworven door training en ervaring en hangen niet samen met persoonlijkheidskenmerken.

Hier kun je meer lezen over effectieve docenten, progressiegericht leidinggeven en effectieve feedback.

]