spelkeVoor de liefhebber van het onderwerp “wetenschap en gender” zijn deze presentaties van Steven Pinker en Elizabeth Spelke boeiend. Beiden hebben een genuanceerde mening en beiden onderbouwen ze hun mening met onderzoeken en interpretaties van onderzoeken. Ultrakort samengevat stelt Spelke dat we op dit moment geen enkel bewijs hebben dat de reden waarom er veel minder vrouwen dan mannen de top bereiken in de natuurkundige en wiskundige wetenschappen zou zijn dat er onveranderbare aangeboren verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Pinker stelt dat de reden waarom er veel minder vrouwen dan mannen de top bereiken in natuurkundige en wiskundige wetenschappen onder andere terug te voeren is op onveranderbare en aangeboren verschillen tussen de geslachten.
Aan de ene kant anderhalf uur lang genieten van scherpe redeneringen van twee uitermate onderlegde wetenschappers. Een voorbeeld? Een hoofdgedachte van Pinker is dat stereotypen wellicht serieus genomen moeten worden, omdat ze niet uit het niets komen. Dus er bereiken minder vrouwen dan mannen de top in natuur- en wiskundige wetenschap omdat er aangeboren verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Hij onderbouwt deze stelling met onderzoeken. Spelke stelt daar tegenover dat ouders hun baby’s anders behandelen en anders beschrijven afhankelijk van het geslacht, en dat dit effect optreedt ongeacht het daadwerkelijke geslacht. Bijvoorbeeld: als je denkt dat een baby een jongen is die opeens geconfronteerd wordt het een hard geluid dan beschrijf je zijn reactie als “boos”, maar denk je dat diezelfde baby een meisje is dan beschrijf je haar reactie als “bang”. Op boosheid reageren we anders dan op angst, waardoor we van jongst af aan het brein van ons nageslacht vormen naar onze stereotype beelden, terwijl we denken dat we jongens en meisjes precies hetzelfde behandelen. Zij onderbouwt dit ook met onderzoeken. Interessant dus, hoewel ik de onderzoeken en argumenten van Spelke overtuigender vind en meer vind getuigen van een groeimindset. Ook wat Spelke en Pinker zeggen over de SAT scores en wat de SAT meet is een boeiend stukje.
Aan de andere kant blijf ik over met een gevoel van teleurstelling dat deze debatten nog steeds gevoerd worden en dat de wetenschap zich nog steeds met de verklaringen van aangeboren en onveranderbare verschillen tussen mannen en vrouwen wil bezig houden. Pinker haast zich te zeggen dat hij feminist is en dat aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen niet moeten betekenen dat mannen en vrouwen anders behandeld zouden moeten worden. Desalniettemin lijkt hij vanuit een statisch mindset perspectief te redeneren. Hij stelt ook dat discriminatie op basis van geslacht ongewenst is. Daarover zijn Spelke en hij het eens.
Mijn vraag: waarom deze zoektocht naar bewijs voor aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen? Is dat idee gebaseerd op de assumptie dat we eerst de oorzaak moeten kennen van waarom de realiteit is zoals die nu is, voor we kunnen gaan beginnen met het creëren van een gewenste toekomst?
Jordan belicht vanuit een andere invalshoek de (on)zin van het onderzoeken van verschillen tussen mannen en vrouwen. Zij pleit ervoor het onbruikbare “wetenschappelijke” pad van aangeboren verschillen tussen mannen en vrouwen los te laten. Dit pad leidt ons af van wat leren begrijpen hoe het menselijk lichaam, het menselijke brein en menselijk gedrag zich ontwikkelt (in plaats van hoe mannen versus vrouwen zich ontwikkelen), stelt ze.