Een maatschappij die gekenmerkt wordt door empathie komt het welbevinden van de individuen in die maatschappij ten goede. Empathie blijkt met diverse positieve uitkomsten samen te hangen, zoals het goed oplossen van conflicten in sociale groepen, onbevooroordeeldheid ten aanzien van andere rassen, altruïstisch gedrag en minder a-sociaal gedrag.
In zelfrapportages geven mensen aan dat hun empathische vermogens de afgelopen decennia zijn afgenomen. Het delen van emoties en het reageren op emoties van anderen doen mensen minder, zo zeggen ze zelf. En het begrijpen van het perspectief en de emoties van anderen vinden we ook lastiger, zo blijkt uit de zelfrapportages.
Maar is empathisch vermogen dan niet aangeboren? Is een empathische reactie dan geen automatische reactie van mensen? Door onze spiegelneuronen voelen we toch snel wat de ander voelt en emoties zijn toch besmettelijk? Dat is inderdaad waar. Maar het blijkt dat onze empathische reacties niet alleen maar reflexmatig optreden. Er is ook een kant aan empathie die context-afhankelijk is. Als iemand met wie wij ons niet identificeren iets naars overkomt, voelen we bijvoorbeeld veel minder met die persoon mee. En als empathisch reageren op iemand ons zelf oncomfortabel maakt, dan zijn we ook minder empathisch naar die persoon toe. Dus, mensen kiezen: ze distantiëren zich van de situatie of ze breiden hun empathische reactie uit.
Deze inspanning wordt belangrijk in situaties waarin de automatische empathische respons niet of slechts beperkt optreedt. Dus bij conflicten, in de politiek, in situaties waarin anderen hulp nodig hebben. Maar wanneer kiezen mensen ervoor om empathische inspanning op te leveren en wanneer niet? Zou het zo zijn dat de mindset die mensen hebben ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van empathie een rol speelt?
Een statische mindset ten aanzien van empathie is de overtuiging dat empathie niet ontwikkelbaar is. Je hebt het of je hebt het niet. Een groeimindset ten aanzien van empathie is de overtuiging dat iedereen empathischer kan worden en dat je soms moeten inspannen om er beter in te worden geen teken is van weinig aanleg maar een voorwaarde is om te verbeteren.
De onderzoekers Schumann, Kazi en Dweck hebben in zeven studies diverse hypothesen onderzocht over de gevolgen van een statische of groeimindset ten aanzien van empathie.
Uit studie 1 bleek dat mensen die geloven dat empathie ontwikkelbaar is, in uitdagende situaties (dus situaties waarin ze helemaal geen reflexmatige empathie voelden voor de ander en het oneens waren met de ander) meer inspanning leverden om de ander te begrijpen en te voelen wat de ander voelde. In minder uitdagende situaties was de correlatie tussen de mindset ten aanzien van empathie en de bereidheid om inspanning te leveren om de ander te begrijpen veel minder sterk. Het lijkt er dus op dat wanneer empathie het meest moeilijk op te brengen is, de mindset ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van empathie bepalend is voor de inspanning die men al dan niet wil leveren om de ander te begrijpen.
Uit studie 2 bleek dat mensen die geloven dat empathie ontwikkelbaar is in situaties waarin een voor henzelf belangrijke uitkomst op het spel stond, meer inspanning leverden om de ander te begrijpen, de mening van de ander te respecteren en te luisteren naar de ander. Het ging hier om politieke en sociale issues, die een effect hadden voor de persoon zelf, zoals het homohuwelijk.
Uit studie 3 bleek dat als het gaat om politieke en sociale issues die niet belangrijk zijn voor de persoon zelf, de mindset ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van empathie niet correleerde met de bereidheid om inspanning te leveren om empathischer te zijn. Uit studie 4 bleek dat de correlatie tussen de mindset en de bereidheid om inspanning te leveren een causale relatie betrof. Dus: de mindset ten aanzien van de ontwikkelbaarheid van empathie bepaalt de bereidheid om al dan niet inspanning te leveren om de ander te begrijpen en te voelen wat de ander voelt.
Studie 5 was erop gericht om te onderzoeken of de mindset omtrent empathie een effect had op de bereidheid om te luisteren naar het emotionele verhaal van iemand van een ander ras. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Mensen met een lichte huidskleur die geloven dat empathie ontwikkelbaar is, luisteren langer naar een emotioneel verhaal van mensen met een donkere huidskleur. Dit is belangrijk omdat het blijkt dat rechters met een lichte huidskleur minder empatisch zijn en zwaardere straffen toekennen aan mensen met een donkere huidskleur.
Studie 6 bekeek of de mindset ook een effect had in contexten waarin men de ander al dan niet kon helpen. Het bleek dat mensen met een groeimindset ten aanzien van empathie bereid waren om meer uren te besteden aan het helpen van kankerpatiënten en om zich te verdiepen in de persoonlijke verhalen van kankerpatiënten. Mensen met een statische mindset ten aanzien van empathie bleken net zo gemotiveerd om empathisch te reageren op kankerpatiënten, maar bleken zich toch minder in te spannen om zich empathisch te gedragen.
De laatste studie bekeek of de mindset ook een effect had op het willen verbeteren van de eigen empathie. Mensen kregen eerst feedback dat zij laag scoorden of juist hoog scoorden op empathie en ze kregen ook ofwel de informatie dat empathie ontwikkelbaar is of juist niet ontwikkelbaar was. Het bleek dat mensen die geloofden dat empathie ontwikkelbaar is, bereid waren om zichzelf te stretchen om hun empathische vermogens te verbeteren, ook nadat zij negatieve feedback hadden gekregen over hun huidige empathische vermogens.
Empathische inspanning is de bereidheid om te investeren in empathische gevoelens. En met die definitie wordt empathie ook een vaardigheid waar je beter in kunt worden, in plaats van iets statisch.