Een zestien jarige jongen kwam op krukken de klas binnen gestrompeld. De docente keek naar hem en zag aan alles dat hij flink de pe in had. De jongen ging zuctend aan een tafeltje zitten en bromde verwensingen over die stomme krukken, die stomme school, die stomme concierge… die stomme…
De docente zei:”Wat kan het soms allemaal opeens tegen zitten in het leven he..?”
“Inderdaad!!”, zei de jongen, en hij maakte heel even oogcontact met de docente. Om vervolgens weer stuurs naar de grond te kijken.
“Wat zou het je kunnen opleveren als je vandaag, ondanks alle tegelslag, toch vrolijk de dag zou doorkomen?” vroeg de docente.
“Is dat een vraag?!”, zei de jongen ongelovig
“Ja,” antwoordde de docente:”Wat zou je antwoord zijn?”
“Geen idee!”, zei de jongen.
De docente liet hem met rust en ging naar haar bureau. En terwijl ze in haar bureaulade de les pakte, hoorde ze de jongen zachtjes neurien. Die hele les was de jongen vrolijk, maakte hij grapjes en lachtte hij met mede-leerlingen. Hij was open naar de docente.
Aan het einde van de dag zag de docente hem op zijn krukken naar de auto van zijn moeder hinkelen. “Hoi!”, hoorde ze hem vrolijk zeggen. En ze zag hem lachend de auto in stappen.
Zelfs als mensen geen antwoord geven op leidende vragen, kan het effect van dit soort vragen verbazingwekkend zijn.