In de zelfdeterminatietheorie worden drie opvoeddimensies onderscheiden, die zowel de intrinsieke motivatie van het kind als de internalisatie van externe waarden en doelen stimuleren. Die drie dimensies zijn:

Warmte

Affectie, liefde, waardering, vriendelijkheid en respect voor het kind, emotionele toegankelijkheid en beschikbaarheid en oprechte zorg geven aan het kind. De warmte zorgt ervoor dat het kind zich verbonden voelt met de ouders.

Structuur

Duidelijke verwachtingen, doelen en gedragsregels en informatie geven over manieren waarop het kind aan die verwachtingen kan voldoen.

Autonomieondersteuning

Waarde hechten aan en technieken gebruiken om onafhankelijke probleemoplossing aan te moedigen, eigen keuzes te maken en te participeren in de besluitvorming. Ruimte geven aan eigen expressie en acties, het aanmoedigen om eigen voorkeuren en meningen te mogen vormen en waarderen.

Straf

Als het kind iets doet wat een grens overschrijdt, en de ouder is van mening dat het kind daarvoor straf moet krijgen, dan is die straf zo licht mogelijk en gericht op gedragscontrole en niet op psychologische controle. Als de straf door het kind wordt ervaren als heel naar, dan gaat hij zeker snel het gedrag vertonen dat de ouder van hem eist, maar de betekenis die hij geeft aan zijn gehoorzaamheid is dat hij verdere straf wil ontlopen, niet dat hij de verwachting begrijpt en er zelf ook achter kan staan. Als de straf zo licht mogelijk is, en er wordt een duidelijke gedragsverwachting en reden voor die gedragsverwachting gegeven, dan gaat de aandacht van het kind uit naar de gedragsverwachting en niet naar de straf. Hij kan dan beter begrijpen waarom de ouder die specifieke verwachting heeft en kan hij de waarde en het belang ervan gaan inzien.

Hier kun je meer lezen over progressiegericht opvoeden.

]