Wat we ons herinneren hangt samen met de stemming waarin we zijn. Mood congruence, wordt dit genoemd. Als je in een vrolijke bui bent herinner je je meer gebeurtenissen waarbij je je vrolijk voelde, ben je in een sombere bui dan herinner je je meer gebeurtenissen waarbij je je somber voelde.
Hebben gezichtsuitdrukkingen ook zo’n effect op onze herinneringen? Ja, het blijkt dat hoe onze gezichtsspieren zijn aangespannen samenhangt met welke gebeurtenissen we ons herinneren. Hebben we een glimlach op ons gezicht, dan herinneren we ons meer vrolijke gebeurtenissen. Hebben we een frons op ons gezicht, dan herinneren we ons meer boze situaties en gebeurtenissen.
De progressiegerichte aanpak benut mood congruence en expression congruence om progressie te boeken in de richting van wat belangrijk voor ons is. Bijvoorbeeld op de volgende manieren:

  1. mood congruence: door de gesprekspartner te laten vertellen over wat er goed is gegaan de afgelopen tijd, of over de progressie die hij al heeft bereikt, ontstaat een blije stemming. Door die blije stemming schieten de gesprekspartner steeds meer positieve dingen te binnen. Deze herinneringen zijn nuttig, want ze brengen de persoon vaak op inhoudelijke ideeën voor toekomstige progressie.
  2. expression congruence: door zelf een glimlach op je gezicht te hebben roep je een glimlach op in het gezicht van je gesprekspartner (mimicking), waardoor die zich vrolijker gaat voelen en door de vrolijke stemming zich meer en meer positieve gebeurtenissen herinnert. De aanmoedigende, vriendelijke gezichtsuitdrukking van de coach heeft een effect op de gezichtsuitdrukking van de cliënt en vervolgens op wat de client zich herinnert.

Een paar voorbeelden van de onderzoeken die werden gedaan naar expression congruence:
In het eerste onderzoek lazen de proefpersonen twee stukjes tekst met een emotionele inhoud. De ene helft las twee humoristische stukjes van Woody Allen en de andere helft las twee boze stukjes uit de New York Times. Vervolgens kregen de proefpersonen de opdracht om iets met hun gezichtsspieren te doen, zodat ofwel een glimlach ontstond ofwel een frons. De proefpersonen werd gevraagd zo accuraat mogelijk terug te rapporteren wat er in een van de twee stukjes had gestaan. Het ene stukje moesten ze zich herinneren terwijl hun gezicht in een glimlach stond, het andere stukje terwijl hun gezicht een frons vertoonde. De Woody Allen proefpersonen herinnerden zich significant meer over het stukje als ze een glimlach hadden en rapporteerden zich vrolijk te voelen, dan wanneer ze een frons hadden. De New York Times proefpersonen herinnerden zich significant meer over het stukje wanneer ze een frons hadden en rapporteerden zich somber te voelen, dan wanneer ze een glimlach hadden. (Laird, Wagener, Halal & Szegda). Je stemming is congruent met je herinneringen.
In een tweede studie hoorden proefpersonen terwijl ze een ongerelateerde taak aan het uitvoeren waren zinnen, zoals “oh, kijk uit!” of “dat maakt me echt boos!”. De zinnen hadden een blije, verdrietige, angstige of boze lading. Later werd de proefpersonen onverwacht gevraagd zoveel  mogelijk van die zinnen te reproduceren, terwijl hun gezichtsspieren werden gemanipuleerd in een uitdrukking van afschuw, boosheid, angst of geluk. De proefpersonen herinnerden zich siginificant meer  zinnen die congruent waren met hun gezichtsuitdrukking (Laird et al)
In een derde studie draaide het om persoonlijke herinneringen. Proefpersonen herinnerden zich significant meer gebeurtenissen die congruent waren met de gezichstuitdrukking die ze op dat moment hadden. Als ze een glimlach op hun gezicht hadden herinnerden ze zich meer gelukkige momenten, als ze een boze uitdrukking hadden herinnerden ze zich meer gebeurtenissen waarin ze boos waren, als ze een angstige gezichtsuitdrukking hadden herinnerden ze zich meer gebeurtenissen waarin ze angstig waren. Dit gaat niet op voor een  verdrietige gezichtsuitdrukking, wetenschappers denken dat verdriet op een andere manier in ons geheugen wordt opgeslagen waardoor er geen direct verband is tussen een verdrietige gezichtsuitdrukking en verdrietige herinneringen.
Uit andere onderzoeken (Laird, Schwarz & Clore, Forgas, Martin, Harlow & Strack en anderen) blijkt dat onze gezichtsuitdrukking onze beoordeling van een situatie of persoon beïnvloedt. Hebben we een vrolijke gezichtsuitdrukking dan beoordelen we situaties en anderen milder dan wanneer we een boze gezichtsuitdrukking hebben. Hebben we zelf een glimlach dan beoordelen we anderen als vriendelijker dan wanneer we een frons op ons eigen gezicht hebben.
Een positieve emotie is geen doel op zich, maar heeft wel een belangrijke functie in een progressiegerichte interactie. Progressie boeken terwijl je je boos, moedeloos of angstig voelt is moelijk. Door je gezichtsspieren in een glimlach te zetten en door een vrolijke film te kijken of boek te lezen, verandert je stemming en daarmee verandert wat je je herinnert. En dan kantelt je perspectief, van moedeloos naar optimistisch.